Opleidingsproject voor verpleegkundigen en zorgkundigen - Opstart september 2020

Opleidingsproject voor verpleegkundigen en zorgkundigen

Opstart september 2020

 

Goed nieuws! Het Intersectorale Fonds voor de Gezondheidsdiensten lanceert opleidingsprojecten voor verpleegkundigen en zorgkundigen.

Opleidingsproject voor verpleegkundigen

Het opleidingsproject voor verpleegkundigen wordt opnieuw opgestart voor de opleidingen die starten in september 2020.

Dit opleidingsproject maakt het al enkele jaren mogelijk voor werknemers uit een aantal sectoren van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten om met behoud van loon, een opleiding te volgen van maximum vier schooljaren tot bachelor in de verpleegkunde (A1) of in drie jaar tot gegradueerde verpleegkundige (A2).

De inschrijvingsperiode loopt t.e.m. 13 maart 2020.

Alle informatie over dit project vindt u hier: Opleidingsproject voor verpleegkundigen – FeBi

Opleidingsproject zorgkundige (deeltijdse opleiding)

Het opleidingsproject zorgkundige wordt eveneens opnieuw opgestart voor opleidingen die starten in september.

Dit project biedt de kans aan niet-verzorgend personeel om zich om te scholen tot zorgkundige via een deeltijds schooltraject met behoud van basiswedde. De werknemer zal een deel van zijn arbeidstijd worden vrijgesteld om de opleiding te volgen. Het IFG financiert de vervanging van deze vrijgestelde uren.

De inschrijvingsperiode loopt t.e.m. 13 maart 2020.

Alle informatie over dit project vindt u hier: Opleidingsproject zorgkundige – FeBi

Met uw vragen kan u terecht op: ifg-finss@fe-bi.org 

Hoe inschrijven? 

Vóór 13 maart 2020 moet het aanvraagformulier (die u hieronder kunt downloaden) bestaande uit 2 pagina’s volledig ingevuld terug gestuurd worden. Na 13 maart 2020 (postdatum telt) worden geen kandidaturen meer aanvaard! Onvolledige kandidaturen worden NIET verwerkt!

Inschrijvingsformulier opleiding verpleegkundige

Inschrijvingsformulier opleiding zorgkundige


Week van de Zorg: van 9 tot 15 maart 2020

Week van de Zorg: van 9 tot 15 maart 2020

De Dag van de Zorg is de voorbije jaren uitgegroeid tot een “Week van de Zorg” (van maandag 9 tot zondag 15 maart 2020) in zijn volle omvang en diversiteit op de kaart, met “Werken in de Zorg” als thema.

Dit doen ze met verschillende sensibiliserende acties samen met hun deelnemers aan Dag van de Zorg, tientallen partners, radio en televisie.

Meer info over de “Week van de Zorg” vind je hier.


Advies van de FRV over de opleiding van de gespecialiseerde verpleegkundige

Advies van de FRV over de opleiding van de gespecialiseerde verpleegkundige

Op 20 januari 2020 heeft de Federale Raad voor Verpleegkunde het advies 2019.04 betreffende de opleiding van de gespecialiseerde verpleegkundige gepubliceerd.

U kunt het document hier downloaden:
avis_2019-04_cfai-_formation_infirmier_specialise_.pdf

En op de website van de FRV:
https://overlegorganen.gezondheid.belgie.be/nl/documenten/advies-van-de-federale-raad-voor-verpleegkunde-betreffende-de-opleiding-van-de


Dagen over de Kwaliteitswet

Dag over de Kwaliteitswet van 18 december 2019

De AUVB organiseerde een dag om de themas van de trefpunt verpleegkundigen te verdiepen. De onderwerpen waren:

De verplichte deelname aan het praktijkregister (een federale elektronische database waar iedereen zijn locatie en type van praktijk moet bijhouden. De verplichting om een portfolio bij te houden (de bewijzen dat de beroepsbeoefenaar bekwaam is en ervaring heeft : kwalificaties, permanente vormingen, professionele ervaringen…) De oprichting van een Toezichtscommissie (het orgaan dat de toepassing van deze wet zal controleren).

Hieronder vindt u de details van de plenaire vergadering, een beschrijving van workshops van de dag, en een link om de verschillende presentaties te downloaden.

Plenair

Het eerste deel van het evenement omvatte een presentatie van de doelstellingen van de dag, een samenvatting van de trefpunt verpleegkundigen van 29 november en een overzicht van de krachtlijnen van de Kwaliteitswet.

Workshops

De eerste workshop was gewijd aan het praktijkregister. Deelnemers hebben nagedacht over hoe professionele informatie onder de aandacht van het publiek moet worden gebracht en de redenen waarom deze moet worden gedeeld. Wat betekent dit voor het beroep van verpleegkundige.

Bekendmaking van professionele informatie (NL) – door Prof. Dr. Sylvie Tack, UGent, UAntwerpen

De tweede workshop was gewijd aan de portfolio van verpleegkundigen: waarom zou deze moeten gecreëerd worden en hoe moet het worden beheerd?

Visum en portfolio (NL) – door Prof. Tom Goffin, UGent

Het onderwerp van de derde workshop was de Toezichtcommissie. Het is de federale commissie voor de controle van de gezondheidszorg. Waarom en hoe moet het worden geïmplementeerd? Wat zijn de gevolgen voor onze praktijk? Wat willen we voor ons beroep?

De Federale Commissie voor toezicht op de praktijkvoering in de gezondheidszorg (FR/NL) – door Geneviève Schamps, Prof. aan de Université Catholique de Louvain

Trefpunt Verpleegkundigen: Dag over de Kwaliteitswet van 29 november 2019

In april 2019 heeft de Kamer een wet op kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg gestemd en deze bevat een hele reeks nieuwe maatregelen voor de gezondheidsbeoefenaar. De wet is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 15 mei 2019 en zal in werking treden in juli 2021.

Het lijkt ons dus opportuun het brede verpleegkundig werkveld hierover te consulteren en samen te debatteren over de concrete uitvoering van sommige maatregelen die in de wet voorzien zijn.Het zou interessant zijn dat het beroep aan de overheid aangeeft wat in de praktijk concreet mogelijk is.

Het gaat meer specifiek over volgende bepalingen: De verplichte deelname aan het praktijkregister (een federale elektronische database waar iedereen zijn locatie en type van praktijk moet bijhouden. De verplichting om een portfolio bij te houden (de bewijzen dat de beroepsbeoefenaar bekwaam is en ervaring heeft: kwalificaties, permanente vormingen, professionele ervaringen…) De oprichting van een Toezichtscommissie (het orgaan dat de toepassing van deze wet zal controleren)

Hieronder vindt u de details van de plenaire vergadering, een beschrijving van workshops van de dag, en een link om de verschillende presentaties te downloaden.

Pleniair

Het eerste deel van de dag was gewijd aan het ontdekken van de Engelse, Nederlandse en Franse voorbeelden die al respectievelijk een oefenregister, portfolio en controlecommissie hebben.

Workshops

De eerste workshop was gewijd aan het praktijkregister. Deelnemers hebben nagedacht over hoe professionele informatie onder de aandacht van het publiek moet gebracht worden en de redenen waarom deze moet worden gedeeld. Wat betekent dit voor het beroep van verpleegkundige?

“Is het mogelijk om uw eigen informatie zelf te registreren op de federale portaalsite?” – Presentatie en debat onder leiding van een vertegenwoordiger van het RIZIV.

De tweede workshop was over de portfolio van verpleegkundigen: waarom zou het moeten gecreëerd worden en hoe moet het worden beheerd?

Hoe zou een portfolio voor verpleegkundigen in België kunnen uitzien? Welke elementen moeten worden opgenomen? – Presentatie en debat onder leiding van de medevoorzitters van de werkgroep “permanente vorming” van de Federale Raad voor Verpleegkunde.

Het onderwerp van de derde workshop was de Toezichtcommissie. Het is de federale commissie voor de controle van de gezondheidszorg. Waarom en hoe moet het worden geïmplementeerd? Wat zijn de gevolgen voor onze praktijk? Wat willen we voor ons beroep?

“Controle op de ‘beroepsbekwaamheid’: hoe kan dit in de toekomst worden ontwikkeld om effectiever te zijn? Hoe omgaan met klachten over de beroepsuitoefening?” – Presentatie en debat onder leiding van Dr Isabelle Renard en Dr Katia Machiels  van de cel “Controle van de gezondheidsbeoefenaars” van de FOD Volksgezondheid.


Herdenking Renée Lemaire en Auguste Chiwi, de engelen van Bastogne

Herdenking Renée Lemaire en Auguste Chiwi, de engelen van Bastogne

Renée Lemaire en Auguste Chiwi, twee Belgische verpleegsters, zorgden moedig voor de gewonden bij de EHBO-post, het geïmproviseerde ziekenhuis van het 20e Amerikaanse pantserbataljon, toen de 10e pantserdivisie.

Op 24 december 1944 waren ze daar slachtoffers van Duitse bombardementen. Offensief waarbij Renée Lemaire haar leven verloor.

Op 14 december 2019, voor de 75e verjaardag van de Slag om de Ardennen (1944), brachten de civiele en militaire (Belgische en Amerikaanse) autoriteiten hulde aan de twee verpleegkundigen die vrijwillig zorgden voor civiele en militaire slachtoffers tijdens het beleg van Bastogne .

De Algemene Unie van Verpleegkundigen van België sloot zich aan bij de processie die hulde bracht aan de twee verpleegsters.

De delegatie van de Algemene Unie der Verpleegkundigen van België; vergezeld door Marc Vanbouwelen, voorzitter van CTAI en lid van NVKVV bestond uit mevrouw Ellen Dewandeler (coördinator NVKVV) en haar zoon, de heer Yves Maule (AFIU & secretaris AUVB), de heer Door Lauwaert (VVVS en lid van AUVB) en zijn vrouw, de heer Wouter Decat (AUVB-coördinator) en zijn zoon, en mevrouw Deniz Avcioglu (AUVB-coördinator).


Studie bevestigt verband tussen hogere personeelsbezetting van verpleegkundigen en lagere mortaliteit bij patiënten

Studie bevestigt verband tussen hogere personeelsbezetting van verpleegkundigen en lagere mortaliteit bij patiënten

Een nieuwe studie uitgevoerd door verpleegkundigen vanuit de Universiteit Antwerpen die verschenen is in ‘BMC Health Services Research’ met betrekking tot de impact van verpleegkundige bestaffing en verpleegkundige opleiding op de sterfte bij patiënten in medische en chirurgische afdelingen.

De studie bevestigt het verband tussen een hogere personeelsbezetting van de verpleegkundigen en een lagere mortaliteit bij patiënten.

Hier kunt u de studie lezen:

Ga naar onze Publicaties pagina om meer studies in verband met verpleegkundige te ontdekken.


Enquête - Preventie van prikongevallen bij verpleegkundigen

Enquête – Preventie van prikongevallen bij verpleegkundigen

beMedTech, de Belgische federatie van de industrie van de medische technologieën, start een nieuwe bewustmakingscampagne rond de preventie van prikongevallen bij verpleegkundigen (en medisch laboratoriumtechnologen) in België.

De preventiecampagne start met een enquêteonderzoek naar de prevalentie en naar de omstandigheden van prikongevallen bij verpleegkundigen zowel in de ziekenhuizen, in de woonzorgcentra als in de thuiszorg.

De AUVB-UGIB-AKVB wil deze campagne ondersteunen en vraagt al haar leden verenigingen om ook hun leden op te roepen naar de website van beMedTech te surfen www.bemedtech.be, door te klikken op de banner rond prikveiligheid en de vragenlijst in te vullen ook indien zij nog niet slachtoffer zijn geweest van een prikongeval! dit om bias van het onderzoek te vermijden.

Actieve ondersteuning door uw vereniging kan door:

De banners – hieronder – kunnen toegevoegd worden in de handtekeningen van mails of op de website (news en header) met toevoeging van de link.

Affiche A4 Prikongeval Accident de Piqûre 2019.pdf

Affiche A3 Prikongeval Accident de Piqûre 2019.pdf

De finale bedoeling is om in april 2020 een ronde tafel te organiseren met de ministers van Volksgezondheid en van Werk en met alle vertegenwoordigers van de verschillende betrokken beroepsverenigingen. Daar zullen onder andere de resultaten van dit enquêteonderzoek door de KU Leuven worden toegelicht.

Laat ons een sterk signaal geven richting beleidsmakers rond het belang van een prikveilige omgeving voor verpleegkundigen.

Alvast van harte dank voor uw actieve steun.


Persbericht - Het noodfonds voor verpleegkundigen

Persbericht – Het noodfonds voor verpleegkundigen: De voorstellen van de Algemene Unie van Verpleegkundigen van België

Op donderdag 31 oktober 2019 heeft de Kamer een noodfonds van € 67 miljoen voor 2019 en € 400 miljoen voor 2020 goedgekeurd om de verpleegkundigen te ondersteunen. De Algemene Unie van Verpleegkundigen van België (AUVB-UGIB-AKVB) verheugt zich over deze beslissing en wil dat dit budget integraal wordt toegekend aan de verpleegkundigen en op een structurele en duurzame wijze bijdraagt om de attractiviteit van het verpleegkundig beroep te verhogen.

We wensen hierbij een aantal elementen te benadrukken.

Vooreerst heeft het voorgesteld budget het karakter van een ‘noodbudget’ voor de verpleegkundigen.
De noden binnen de verpleegkundige sector zijn immers immens. Dit noodbudget zal daardoor enkel een antwoord kunnen bieden aan de hoogste prioriteiten. Het budget dient integraal aangewend te worden in functie van het verpleegkundig beroep en kan niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan voor de verpleegkundigen. Naast de noden binnen de ziekenhuizen, dient ook aandacht besteed te worden aan de noden in de ouderenzorg en de thuisverpleegkunde. Ook daar hapt men naar adem.

De aanwending van dit budget kan ook niet worden besproken zonder overleg met de beroepsorganisaties. Overleg met de sector en experten hieromtrent is van fundamenteel belang en mag niet alleen het onderwerp zijn van een enge discussie tussen de vakbonden en de werkgevers. Het’ IFIC-debacle’ mag niet herhaald worden. We pleiten daarom voor een taskforce voor de aanwending van deze maar ook toekomstige middelen voor de verpleegkunde.

Een duurzaam verpleegkundige bestaffing, leunt bijkomend sterk aan bij de attractiviteit die het beroep heeft. Studenten moeten kiezen voor een opleiding verpleegkunde. Verpleegkundigen moeten zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen in hun beroepsuitoefening en ervoor kiezen om in het beroep te blijven. Dit hangt niet in eerste instantie samen met de hoogte van het loon dat ze krijgen, maar eerder met het respect en de waardering op de werkvloer. Ook bij studenten uit het secundair onderwijs, en bij studenten verpleegkunde zelf, is de perceptie over de job van verpleegkundige nog al te vaak dat het over een weinig autonoom, weinig gerespecteerd beroep gaat. Het maatschappelijk aanzien van verpleegkunde bevordert geen instroom in verpleegkunde (opleiding en beroep) en geen beroepsfierheid. Eén sterk verpleegkundig profiel en een duurzame verpleegkundige bestaffing bewerkstelligen vergt een verhoogde attractiviteit als aandachtspunt.

Als leidraad voor de toewijzing van deze begroting stellen we de prioriteiten voorop die ook in het memorandum van de AUVB-UGIB-AKVB naar voor werden geschoven.

A. Kwaliteitsnormen voor kwaliteitszorg in alle sectoren en gebieden van de verpleegkunde

Een aspect hierbij is de verlaging van de workload door meer verpleegkundigen aan het bed van de patiënt. De schaarste op de werkvloer groeit in alle sectoren en de vereisten zijn zeer hoog. Volgens een recent onderzoek draagt een verpleegkundige in België zorg voor meer dan 11 patiënten per shift. Het Europees gemiddelde ligt op 8 patiënten per verpleegkundige.
Dit gebrek aan verpleegkundig personeel heeft ernstige gevolgen voor zowel het beroep van verpleegkundige als voor patiënten.
Onderzoek toonde aan dat dit bijvoorbeeld resulteert in een hoger risico op burn-out, op het feit dat essentiële zorg niet wordt verleend en op een toename van de mortaliteitskans bij patiënten. Een toepassing van de gemiddelde Europese verhouding van 8 patiënten per 1 verpleegkundige zou de aantrekkelijkheid van het beroep van verpleegkundige structureel verbeteren en de kwaliteit van de zorg, de veiligheid voor de patiënt en de werksatisfactie verhogen.
De hoofdverpleegkundige uit de erkenningsnormen halen kan hierbij een eerste stap zijn.
Ook zullen betere werkvoorwaarden verpleegkundigen terug naar het werkveld stuwen en bovendien het tewerkstellingspercentage gemiddeld laten stijgen.

B. Een billijke en correct gefinancierde differentiatie van verpleegkundige functies en dit ook ten opzichte van andere zorgberoepen.

De AUVB wenst dat een deel van het ter beschikking gekomen budget wordt toegewezen aan het opstellen van een billijke classificatie van verpleegberoepen. Het huidige IFIC-model creëert ongelijkheden tussen de verschillende verpleegkundige functies. Verpleegkundigen verantwoordelijk voor algemene zorg die na 4 jaar afstuderen dienen minstens correct verloond te worden. Het kan niet dat op sommige afdelingen verpleegkundigen met drie jaar opleiding, beter verloond worden dan bachelor verpleegkundigen die na hun vierjarige opleiding nog een master of een specialisatie hebben gevolgd… Het gebruik van het budget om een nieuw classificatiemodel te ontwikkelen kan de studies en het beroep van verpleegkunde aantrekkelijker maken. Dit systeem dient dan wel rekening te houden met de wensen van de verpleegkundigen dat:

  • het visum van verpleegkunde verantwoordelijk voor algemene zorg enkel uitgereikt mag worden aan afgestudeerden op minstens een bachelor-niveau;
  • de functieclassificatie de bijzondere beroepstitels en beroepsbekwaamheden honoreert. Deze werden nu in het huidige IFIC-systeem ‘vergeten’.
  • een uitrol wordt gegeven aan de uitbouw van het carrièrepad en de klinische ladder zoals werd voorgesteld door de Federale Raad voor Verpleegkunde.

Onderzoek heeft uitgewezen dat dit de kwaliteit van de verpleegkundige zorg verhoogt. Bovendien zal het implementeren ervan leiden tot meer complementariteit en samenwerking en de integratie van de verschillende profielen binnen zowel de verpleegkunde als met andere professies in de zorg.

C. De middelen voor adequate en kwaliteitsvolle opleidingen inclusief permanente vorming, met specifieke doelstellingen op korte en middellange termijn.

Kwaliteitszorg gaat hand in hand met een voldoende, een adequate en een voortgezette opleiding. Naast een duidelijk opleidingstraject dat leidt tot de titel van verpleegkundige verantwoordelijk voor Algemene Zorg, zouden de werkgevers in staat gesteld moeten worden om voortgezette opleidingen te financieren en de nodige vervangingen te voorzien op het terrein. Ook zouden eigentijdse instrumenten zoals e-learning of simulatie, hierbij verplicht geïmplementeerd moeten worden.
Het versterken van de (stage)begeleiding van nieuwe medewerkers en/of studenten is eveneens een hulpmiddel. Dit geldt ook voor de Riziv -normering van studenten verpleegkunde die stage lopen in de thuiszorg.

D. Een reële en evenwichtige vertegenwoordiging van het beroep van verpleegkundige in de organen die het aanbelangen.

Ondanks dat de verpleegkundigen de grootste groep vertegenwoordigers is binnen de gezondheidszorg, worden ze soms moedwillig ver gehouden van de beslissingen die hen aangaan en hun werk beïnvloeden. Integendeel, verpleegkundigen dienen gehoord te worden en er dient ook naar hen geluisterd te worden. De vroegere ervaringen hebben uitgewezen dat de vertegenwoordiging van de verpleegkundigen blijvend versterkt moet worden door bijkomende middelen toe te wijzen. De AUVB-UGIB-AKVB pleit dan ook voor een evenwichtige en voldoende vertegenwoordiging in alle raden en commissies georganiseerd door de diverse overheden en voor bijkomende middelen voor:

  • Mandaten voor de vertegenwoordigers van het verpleegkundig beroep. Het merendeel van deze mandaten is vrijwillig. Een betere financiering zou voorzien kunnen worden voor de beroepsorganisaties voor verpleegkunde en de structuren die het verpleegkundig beroep ondersteunen;
  • Een betere structurering/coördinatie van de verpleegkundige activiteiten (intern en ambulant);
  • De uitbouw van een volwaardig verpleegkundig departement in de diverse zorgstructuren (ziekenhuisnetwerken, woon-zorgvoorzieningen, enz.)
  • Coördinatiefuncties (zorgtrajecten, thuishospitalisatie, ….);

E. Andere aandachtspunten zijn:

  • De ondersteuning van de eindeloopbaanplanning
  • Coherente en gestructureerde financiering voor verpleegkundig onderzoek
  • Ondersteuning van implementatie van Evidence Based Practice, onderzoek, opleiding, patiënten-educatie, coördinatie en gezondheidsbevordering door verpleegkundigen.
  • Effectieve maatregelen, middelen (tijd, materiaal, salaris, valorisatie) voor een kwaliteitsvolle praktijk en om de levenskwaliteit op het werk te verbeteren

Inderdaad, het gevoel overheerst dat de vragen en noden oneindig zijn, echter zoals het oude adagium stelt, is het beter te voorkomen dan te genezen… We vragen dan ook aan de overheden om zich te engageren om deze prioriteiten op een duurzame en structurele wijze gestalte te geven met een effectieve implementatie in de klinische praktijk, eenduidig voor diverse settings in de gezondheidszorg.


Tegen vaccinatie door apothekers

Tegen vaccinatie door apothekers

De Algemene Unie van de Verpleegkundigen van België wil niet dat apothekers griepvaccins toedienen. – Eerst duurzaam onderzoek en overleg!!

Begin september melde het vaktijdschrijft de Apotheker dat volgens een enquête onder hun leden 62 procent van de respondenten het toedienen van griepvaccins als onderdeel zien van hun takenpakket. Vaccinaties zouden dan mogelijk worden in de apotheek. In de artsenkrant reageert het Algemeen Syndicaat van Geneeskundigen van België prompt afwijzend op de resultaten van deze enquête.

Vanuit de AUVB willen we beklemtonen dat het toedienen van een vaccinatie door een verpleegkundige een verpleegtechnische verstrekking onder medisch voorschrift is. Tot 2016 waren verpleegkundigen enkel bevoegd tot het voorbereiden en toedienen vaccinaties en dit in aanwezigheid van artsen. In 2016 werd het koninklijk besluit van 18 juni 1990 dat de technische verpleegkundige verstrekkingen reglementeert, gewijzigd op basis van een positief advies van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde en van de Technische Commissie voor Verpleegkunde. Het toedienen van een vaccin werd een B2-handeling en bijgevolg een verpleegtechnische verstrekking onder medisch voorschrift. Deze beslissing werd ingegeven vanuit het optimaliseren van het preventieve beleid. Vaccinaties door verpleegkundigen laten uitvoeren laat toe de de vaccinatiegraad van de bevolking te verhogen.

Sedert 9 april 2016 mogen verpleegkundigen daardoor vaccinaties toedienen zonder dat daarbij nog een arts aanwezig moet zijn. Er zijn evenwel andere voorwaarden. Het toedienen kan enkel op voorschrift van een arts gebeuren en de verpleegkundige moet in eer en geweten de handeling ter goede trouw kunnen uitvoeren. Dit betekent dat diegene die het vaccin toedient hiervoor bijkomende en voldoende opleiding en kennis heeft onder andere met betrekking tot het beheersen van nevenwerkingen en het toedienen van de eerste hulp in geval van anafylactische shock.

Op die wijze blijft de arts verantwoordelijk voor de indicatiestelling. Voor de uitvoering van een B2-handeling kunnen zowel de verpleegkundige als de arts een aansprakelijkheid oplopen.

Nu, wat de wens van de apothekers betreft om vaccins toe te dienen, zijn er inderdaad een aantal pro’s zoals het Vlaams Apothekers Netwerk (VAN) benadrukt.

De apothekers beschikken inderdaad over de nodige evidente kennis als bijvoorbeeld de farmacodynamiek, farmacokinetiek en mogelijke interacties van geneesmiddelen. Ze kunnen daardoor correcte informatie over het nut van vaccinaties mee helpen verspreiden en de ‘fake informatie’ en de angsten van veel patiënten hierover counteren.

We stellen echter vragen en bedenkingen bij het feit dat apothekers het griepvaccin zouden toedienen. Wat met de bijkomende voorwaarde als het beschikken over een medisch voorschrift? Wat met het beheersen van nevenwerkingen en het toedienen van de eerste hulp in geval van anafylactische shock? Wie wordt er aansprakelijk gesteld indien er een complicatie optreedt? Hoe zal dit georganiseerd worden? Welke RIZIV-nomenclatuur zullen de apothekers claimen voor deze verpleegkundige acte? Zullen de apothekers ook een diagnostiek en voorschrift kunnen maken? Is dit een meerwaarde voor de zorgvrager? Hoe wordt de patiëntveiligheid en de zorgkwaliteit gegarandeerd?

Heel wat vragen en onduidelijkheden dus. Vanuit deze bezorgdheden meent de AUVB dat er vooreerst wetenschappelijke argumentaties moeten komen in functie van efficiëntiewinsten en winst in kwaliteit van de patiëntenzorg. Pas nadien kan een gefundeerde beslissing met duidelijke afgebakende taken en verantwoordelijkheden genomen worden.

zie ook:

https://www.artsenkrant.com/actueel/eerst-onderzoek-en-overleg/article-opinion-41557.html


HealthNest

HealthNest

Tweede editie van HealthNest daagt gezondheidssector uit om de gezondheidswijsheid van Belgen te verbeteren

Innovatieve ideeën rond gezondheidswijsheid maken kans op een coachingprogramma, waar enkele van de belangrijkste spelers in de Belgische gezondheidszorg de schouders onder zetten

Woensdag 18 september 2019 —Brussel – Na een succesvolle eerste editie start vanaf 16 september de tweede editie van HealthNest, met als doel de gezondheidswijsheid in België te verbeteren. De inzet is een coachingprogramma voor de winnende projecten, dat ondersteund wordt door de 16 partnerorganisaties van het project. Het is een unieke kans om innovatieve en impactvolle ideeën in praktijk om te zetten.

Lees meer