Hervorming van het verpleegkundig beroep
Hervorming van het verpleegkundig beroep
Drie belangrijke KB’s in het Staatsblad werden gepubliceerd. Deze KB’s kaderen in de hervorming van het verpleegkundig beroep.
- 29 FEBRUARI 2024. – Koninklijk besluit bepalende de lijst van activiteiten die tot het dagelijkse leven behoren, alsmede de voorwaarden waaraan deze activiteiten moeten beantwoorden om als dusdanig te worden beschouwd: Moniteur Belge – Belgisch Staatsblad (fgov.be)
Publicatie : 2024-03-08
Numac : 2024001930
- 29 FEBRUARI 2024. – Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juni 1990 houdende vaststelling van de lijst van de technische verpleegkundige verstrekkingen en de lijst van de handelingen die door een arts of een tandarts aan beoefenaars van de verpleegkunde kunnen worden toevertrouwd, alsmede de wijze van uitvoering van die verstrekkingen en handelingen en de kwalificatievereisten waaraan de beoefenaars van de verpleegkunde moeten voldoen (1) Moniteur Belge – Belgisch Staatsblad (fgov.be)
Publicatie : 2024-03-08
Numac : 2024001907
- 29 FEBRUARI 2024. – Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 11 juni 2023 tot wijziging van artikel 124, 1°, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, teneinde de wetgeving betreffende de uitoefening van technische verpleegkundige verstrekkingen door een mantelzorger of door een bekwame helper, hierin aan te passen, en tot vaststelling van de lijst van de technische verpleegkundige verstrekkingen die kunnen worden toegestaan aan een bekwame helper, alsook de voorwaarden voor de uitoefening ervan en de vereiste opleidingsvoorwaarden voor die toelating Moniteur Belge – Belgisch Staatsblad (fgov.be)
Publicatie : 2024-03-08
Numac : 2024001909
Aanvullende informatie verstrekt door de de communicatiecel van het directoraat-generaal Gezondheidszorg betreffende bekwame helper
Mevrouw, Mijnheer,
We vinden het belangrijk om u zo snel mogelijk te informeren over het project ‘bekwame helper’. We melden u daarom dat het wettelijke traject ‘bekwame helper’ nu afgerond is. We willen u ook vragen om onderstaande informatie te delen met uw leden, partners of met iedereen voor wie u denkt dat deze update waardevol is.
Op 8 maart 2024 is het koninklijk besluit ‘bekwame helper’ in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Dit betekent dat de bekwame helper tien dagen na de publicatie in het Belgisch Staatsblad concreet zal kunnen handelen op het terrein, op voorwaarde dat het wettelijk kader is nageleefd. Hiermee is het wettelijke traject rond de ‘bekwame helper’ nu afgerond.
Patiënten- en mantelzorgverenigingen waren al jarenlang vragende partij om het wettelijke kader van de ‘bekwame helper’ te regelen. Ook in het onderwijs en bij uitbreiding in de hele welzijnssector leefde dat verzoek vurig. Hier vindt u alvast extra informatie over hoe en waarom de bekwame helper een nieuwe stap vooruit betekent in de gemeenschap van zorg die we willen vormen. Ter herinnering: bekwame helpers zijn zelf geen verpleegkundigen, maar mogen in het kader van hun beroep of een vrijwillige activiteit – buiten een zorginstelling – één of meerdere verpleegkundige handelingen verrichten.
U vindt alle informatie over de verpleegkundige handelingen en de voorwaarden op de website bekwamehelper.be. U vindt er ook antwoorden op mogelijke vragen.
Het koninklijk besluit over de Activiteiten van het Dagelijks Leven (ADL) vult de regelgeving over bekwame helpers aan. Sommige eenvoudige verpleegkundige handelingen zoals de temperatuur meten of paracetamol toedienen hoeven in bepaalde situaties niet door bekwame helpers of verpleegkundigen te worden uitgevoerd. Een vriend of een buur bijvoorbeeld mag eenvoudige verpleegkundige handelingen uitvoeren in de context van het dagelijkse leven als aan de wettelijke voorwaarden is voldaan. In sommige specifieke, meer delicate of complexe situaties is voor deze handelingen nog steeds de tussenkomst van een professionele zorgverlener nodig.
Alvast dank voor de samenwerking en voor uw inspanningen.
Vriendelijke groeten,
De communicatiecel van het directoraat-generaal Gezondheidszorg
HWF Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt 2019-2021
Dit HWF Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt 2019-202 rapport wordt geproduceerd door Cel Planning van het Aanbod van de Gezondheidszorgberoepen, Dienst Gezondheidszorgberoepen en Beroepsuitoefening, DG Gezondheidszorg, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Dit rapport is het eindproduct van het project PlanKad verpleegkundigen, een koppeling van gegevens afkomstig van verschillende overheidsinstellingen voor de jaren 2019, 2020 en 2021.
Sleutelwoorden: PlanKad, koppeling, workforce, aantal actieve verpleegkundigen, VTE
Methodologie:
De Federale databank van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen bevat de personen die het beroep van verpleegkundige mogen uitoefenen in België – ook “Kadaster” genoemd, maar geeft geen informatie over de effectieve activiteit, de activiteitsgraad en activiteitssectoren van deze verpleegkundigen. Om dit te bepalen, werden de gegevens van de verpleegkundigen uit het Kadaster gekoppeld met de gegevens van het RIZIV en van het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale bescherming (DWH AM&SB). Dit rapport geeft de resultaten weer van een uitgebreide koppeling die betrekking heeft op de jaren 2019, 2020 en 2021.
Er werden drie analysegroepen gedefinieerd: de beroepsbeoefenaars die gemachtigd zijn om het beroep van verpleegkundige uit te oefenen (‘Licensed To Practice’ of LTP), de beroepsbeoefenaars met een activiteit op 31 december als loontrekkende of zelfstandige (‘Professionally Active’ of PA), en de beroepsbeoefenaars actief in de gezondheidszorg als verpleegkundige (‘Practising’ of PR). In de analysegroep LTP wordt elk individu met een visum van verpleegkundige opgenomen. Binnen deze populatie wordt als beroepsactief (PA) gedefinieerd, elke verpleegkundige die is ingeschreven als zelfstandige bij de RSVZ op 31 december of die op 31 december is opgenomen in de databank RSZ ten belope van minstens 0,1 VTE in het betreffend jaar. Wordt beschouwd als actief in de gezondheidszorg, elke loontrekkende actieve verpleegkundige met minstens één werkgever in de gezondheidszorgsector, en elke zelfstandige actieve verpleegkundige met minstens 804 geboekte RIZIV-prestaties in de nomenclatuur verpleegkunde in 2021.
Naast het aantal beschikbare verpleegkundigen, werd ook het verrichte arbeidsvolume of het voltijdsequivalent (VTE) geraamd en dit binnen elke beroepssector (loontrekkende of zelfstandige) en elke analysegroep. Het VTE gepresteerd door de loontrekkenden wordt verstrekt door het DWH AM&SB op basis van de jaarlijkse activiteitsgraad en de activiteitsgraad gepresteerd in de gezondheidszorgsector tijdens het laatste trimester . Het VTE voor zelfstandigen is gebaseerd op het aantal geboekte prestaties binnen de RIZIV nomenclatuur in 2021 en op het terugbetaald bedrag in 2021 van deze RIZIV-prestaties. Een voltijdse zelfstandige betrekking wordt gelijkgesteld met 8.048 prestaties en een terugbetaald bedrag van €86.753.
Deze cijfers komen overeen met de geobserveerde mediaan in de leeftijdsgroep 45-54jaar voor de verpleegkundigen die uitsluitend actief zijn als zelfstandige. Deze hoeveelheid weerspiegelt enkel het arbeidsvolume voor de prestaties die werden verricht door verpleegkundigen actief binnen het terugbetalingssysteem van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.
[…]
Om het rapport te lezen: verpleegkundigen_op_de_arbeidsmarkt_2019-2021
HWF Zorgkundigen op de arbeidsmarkt 2021
Dit HWF Zorgkundigen op de arbeidsmarkt 2021 rapport wordt geproduceerd door Cel Planning van het Aanbod van de Gezondheidszorgberoepen, Dienst Gezondheidszorgberoepen en Beroepsuitoefening, DG Gezondheidszorg, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Dit rapport vormt het eindproduct van het project PlanKad zorgkundigen, een koppeling van gegevens afkomstig van verschillende overheidsinstellingen voor het jaar 2021.
Sleutelwoorden: PlanKad, koppeling, workforce, aantal actieve zorgkundigen, VTE
Methodologie:
Om de effectieve activiteit van de zorgkundigen te evalueren, hun activiteitsgraad te ramen en hun activiteitssectoren te identificeren, werden eerst de gegevens van de zorgkundigen uit de Federale databank van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen geëxtraheerd (bevat de personen die het beroep mogen uitoefenen in België – ook “Kadaster” genaamd), en werden deze gegevens vervolgens gekoppeld met gegevens afkomstig van het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale bescherming (DWH AM&SB). Deze
‘beperkte’ koppeling heeft betrekking het meest recente beschikbare jaar, 2021.
Er werden drie analysegroepen gedefinieerd: de beroepsbeoefenaars die gemachtigd zijn om het beroep van zorgkundige uit te oefenen (‘Licensed To Practice’ of LTP), de beroepsbeoefenaars met een activiteit op 31/12/2021 als loontrekkende of zelfstandige (‘Professionally Active’ of PA), en de beroepsbeoefenaars actief in de gezondheidszorg als zorgkundige (‘Practising’ of PR). In de analysegroep LTP wordt elk individu met een visum van zorgkundige opgenomen. Mensen met een visum voor een ander beroep dan het beroep van zorgkundigen zijn niet opgenomen in de LTP-analysegroep. We gaan er immers van uit dat zij een beroep uitoefenen, gelinkt aan het beroep dat hoort bij het hoogst behaalde diploma. Binnen deze populatie wordt als beroepsactief (PA) gedefinieerd, elke zorgkundige die is ingeschreven als zelfstandige bij de RSVZ op 31/12/2021 of die op 31/12/2021 is opgenomen in de databank RSZ ten belope van minstens 0,1 VTE in 2021. Wordt beschouwd als actief in de gezondheidszorg (PR), elke loontrekkende actieve zorgkundige met minstens één werkgever in de gezondheidszorgsector, en elke zelfstandige actieve zorgkundige met een activiteit in de gezondheidszorgsector in 2021.
Naast het aantal beschikbare zorgkundigen, werd ook het verrichte arbeidsvolume of het voltijdsequivalent (VTE) geraamd en dit binnen elke beroepssector (loontrekkende of zelfstandige) en elke analysegroep. Het VTE gepresteerd door de loontrekkenden wordt verstrekt door het DWH AM&SB op basis van de jaarlijkse activiteitsgraad en de activiteitsgraad gepresteerd in de gezondheidszorgsector tijdens het laatste trimester van 2021.
Het VTE voor zelfstandigen met een activiteit in de gezondheidszorgsector wordt gelijkgesteld aan 1, bij gebrek aan gegevens over hun arbeidsvolume.
[…]
Om het rapport te lezen: verpleegkundigen_op_de_arbeidsmarkt_2019-2021
Toekomstagenda voor het werken in de zorg
Toekomstagenda voor het werken in de zorg
“Het aantrekken, ondersteunen en behouden van zorgpersoneel”
RAPPORT
De Algemene Unie van Verpleegkundigen van België nam deel aan het opstellen van het Rapport Toekomstagenda voor het werken in de zorg
Voorliggend rapport is het resultaat van een participatief traject met respectievelijk de sociale partners en de beroepsorganisaties in navolging van een uitnodiging van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid om te komen tot een Toekomstagenda voor het werken in de zorg. Het rapport geeft een globaal en breed overzicht van de aspecten die raken aan de aantrekkelijkheid van het werken in de zorg, en omvat drie luiken: een omschrijving van vaststellingen op het terrein, de reeds genomen maatregelen en mogelijke pistes van oplossingen. Er is daarbij in de eerste plaats vertrokken vanuit de beleving van het zorgpersoneel zelf. Het zijn zij die in de eerste plaats de problemen verbonden aan het werken in de zorg ervaren. Werkgevers die de zorg moeten organiseren worden echter ook voor grote uitdagingen geplaatst en botsen daarbij op zeer specifieke moeilijkheden.
Het rapport is op te vatten als een referentie- en inspiratiebron dat een overzicht biedt van vaststellingen en mogelijke oplossingen. Wel geven de sociale partners aan dat dit rapport noch als een akkoord over alle elementen uit het rapport, noch als een onderhandeld akkoord kan worden beschouwd.
Het rapport is het resultaat van ruime uitwisselingen en besprekingen en is in die zin een niet eerder geziene, zinvolle, nuttige en zelfs noodzakelijke denkoefening over de sector die kan helpen om verdere discussies binnen eenzelfde algemeen overzicht te voeren.
Samenvattend concludeert het rapport dat de zorg – in het kader van deze oefening ruim op te vatten (ziekenhuizen, thuiszorg, …) – geconfronteerd wordt met grote uitdagingen en zowel op vlak van organisatie, leiderschap, innovatie, digitalisering te maken krijgt met grote veranderingen. De investeringen van de afgelopen jaren betekenden een noodzakelijke maar nog niet voldoende inhaalbeweging. De investeringen dienen dan ook verder gezet te worden. Daarnaast zijn ook hervormingen noodzakelijk willen we onze gezondheidszorg ook voor de toekomst toegankelijk, betaalbaar en kwaliteitsvol houden voor de patiënt en werkbaar en kwaliteitsvol voor het zorgpersoneel.
De uitdagingen voor de zorg zijn multipel en complex. De antwoorden zijn dat ook. Eén magische oplossing die het geheel voor de toekomst op de rails kan houden, bestaat niet. Bovendien is de zorg een systeem. Sleutelen aan één component, betekent vaak, en meestal zelfs, ook een effect op andere componenten. De hervormingen dienen dan ook doordacht te gebeuren, en vergen dus tijd. Tijd die er weinig of niet lijkt te zijn. Gelukkig starten we niet van een wit blad. Er zijn reeds belangrijke acties gebeurd, investeringen gedaan, meerdere hervormingen zijn lopende waarin in kleine maar wel gestage stappen noodzakelijke aanpassingen doorgevoerd worden.
Meer informatie en toegang tot het rapport via onderstaande link: