HWF Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt 2019-2021

Dit HWF Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt 2019-202 rapport wordt geproduceerd door Cel Planning van het Aanbod van de Gezondheidszorgberoepen, Dienst Gezondheidszorgberoepen en Beroepsuitoefening, DG Gezondheidszorg, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Dit rapport is het eindproduct van het project PlanKad verpleegkundigen, een koppeling van gegevens afkomstig van verschillende overheidsinstellingen voor de jaren 2019, 2020 en 2021.

Sleutelwoorden: PlanKad, koppeling, workforce, aantal actieve verpleegkundigen, VTE

 

Methodologie:
De Federale databank van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen bevat de personen die het beroep van verpleegkundige mogen uitoefenen in België – ook “Kadaster” genoemd, maar geeft geen informatie over de effectieve activiteit, de activiteitsgraad en activiteitssectoren van deze verpleegkundigen. Om dit te bepalen, werden de gegevens van de verpleegkundigen uit het Kadaster gekoppeld met de gegevens van het RIZIV en van het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale bescherming (DWH AM&SB). Dit rapport geeft de resultaten weer van een uitgebreide koppeling die betrekking heeft op de jaren 2019, 2020 en 2021.
Er werden drie analysegroepen gedefinieerd: de beroepsbeoefenaars die gemachtigd zijn om het beroep van verpleegkundige uit te oefenen (‘Licensed To Practice’ of LTP), de beroepsbeoefenaars met een activiteit op 31 december als loontrekkende of zelfstandige (‘Professionally Active’ of PA), en de beroepsbeoefenaars actief in de gezondheidszorg als verpleegkundige (‘Practising’ of PR). In de analysegroep LTP wordt elk individu met een visum van verpleegkundige opgenomen. Binnen deze populatie wordt als beroepsactief (PA) gedefinieerd, elke verpleegkundige die is ingeschreven als zelfstandige bij de RSVZ op 31 december of die op 31 december is opgenomen in de databank RSZ ten belope van minstens 0,1 VTE in het betreffend jaar. Wordt beschouwd als actief in de gezondheidszorg, elke loontrekkende actieve verpleegkundige met minstens één werkgever in de gezondheidszorgsector, en elke zelfstandige actieve verpleegkundige met minstens 804 geboekte RIZIV-prestaties in de nomenclatuur verpleegkunde in 2021.
Naast het aantal beschikbare verpleegkundigen, werd ook het verrichte arbeidsvolume of het voltijdsequivalent (VTE) geraamd en dit binnen elke beroepssector (loontrekkende of zelfstandige) en elke analysegroep. Het VTE gepresteerd door de loontrekkenden wordt verstrekt door het DWH AM&SB op basis van de jaarlijkse activiteitsgraad en de activiteitsgraad gepresteerd in de gezondheidszorgsector tijdens het laatste trimester . Het VTE voor zelfstandigen is gebaseerd op het aantal geboekte prestaties binnen de RIZIV nomenclatuur in 2021 en op het terugbetaald bedrag in 2021 van deze RIZIV-prestaties. Een voltijdse zelfstandige betrekking wordt gelijkgesteld met 8.048 prestaties en een terugbetaald bedrag van €86.753.
Deze cijfers komen overeen met de geobserveerde mediaan in de leeftijdsgroep 45-54jaar voor de verpleegkundigen die uitsluitend actief zijn als zelfstandige. Deze hoeveelheid weerspiegelt enkel het arbeidsvolume voor de prestaties die werden verricht door verpleegkundigen actief binnen het terugbetalingssysteem van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.

 

[…]

 

Om het rapport te lezen: verpleegkundigen_op_de_arbeidsmarkt_2019-2021


HWF Zorgkundigen op de arbeidsmarkt 2021

Dit HWF Zorgkundigen op de arbeidsmarkt 2021 rapport  wordt geproduceerd door Cel Planning van het Aanbod van de Gezondheidszorgberoepen, Dienst Gezondheidszorgberoepen en Beroepsuitoefening, DG Gezondheidszorg, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Dit rapport vormt het eindproduct van het project PlanKad zorgkundigen, een koppeling van gegevens afkomstig van verschillende overheidsinstellingen voor het jaar 2021.

Sleutelwoorden: PlanKad, koppeling, workforce, aantal actieve zorgkundigen, VTE

Methodologie:

Om de effectieve activiteit van de zorgkundigen te evalueren, hun activiteitsgraad te ramen en hun activiteitssectoren te identificeren, werden eerst de gegevens van de zorgkundigen uit de Federale databank van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen geëxtraheerd (bevat de personen die het beroep mogen uitoefenen in België – ook “Kadaster” genaamd), en werden deze gegevens vervolgens gekoppeld met gegevens afkomstig van het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale bescherming (DWH AM&SB). Deze
‘beperkte’ koppeling heeft betrekking het meest recente beschikbare jaar, 2021.
Er werden drie analysegroepen gedefinieerd: de beroepsbeoefenaars die gemachtigd zijn om het beroep van zorgkundige uit te oefenen (‘Licensed To Practice’ of LTP), de beroepsbeoefenaars met een activiteit op 31/12/2021 als loontrekkende of zelfstandige (‘Professionally Active’ of PA), en de beroepsbeoefenaars actief in de gezondheidszorg als zorgkundige (‘Practising’ of PR). In de analysegroep LTP wordt elk individu met een visum van zorgkundige opgenomen. Mensen met een visum voor een ander beroep dan het beroep van zorgkundigen zijn niet opgenomen in de LTP-analysegroep. We gaan er immers van uit dat zij een beroep uitoefenen, gelinkt aan het beroep dat hoort bij het hoogst behaalde diploma. Binnen deze populatie wordt als beroepsactief (PA) gedefinieerd, elke zorgkundige die is ingeschreven als zelfstandige bij de RSVZ op 31/12/2021 of die op 31/12/2021 is opgenomen in de databank RSZ ten belope van minstens 0,1 VTE in 2021. Wordt beschouwd als actief in de gezondheidszorg (PR), elke loontrekkende actieve zorgkundige met minstens één werkgever in de gezondheidszorgsector, en elke zelfstandige actieve zorgkundige met een activiteit in de gezondheidszorgsector in 2021.
Naast het aantal beschikbare zorgkundigen, werd ook het verrichte arbeidsvolume of het voltijdsequivalent (VTE) geraamd en dit binnen elke beroepssector (loontrekkende of zelfstandige) en elke analysegroep. Het VTE gepresteerd door de loontrekkenden wordt verstrekt door het DWH AM&SB op basis van de jaarlijkse activiteitsgraad en de activiteitsgraad gepresteerd in de gezondheidszorgsector tijdens het laatste trimester van 2021.
Het VTE voor zelfstandigen met een activiteit in de gezondheidszorgsector wordt gelijkgesteld aan 1, bij gebrek aan gegevens over hun arbeidsvolume.

[…]

 

Om het rapport te lezen: verpleegkundigen_op_de_arbeidsmarkt_2019-2021


Toekomstagenda voor het werken in de zorg

Toekomstagenda voor het werken in de zorg

“Het aantrekken, ondersteunen en behouden van zorgpersoneel”
RAPPORT

De Algemene Unie van Verpleegkundigen van België nam deel aan het opstellen van het Rapport Toekomstagenda voor het werken in de zorg

Voorliggend rapport is het resultaat van een participatief traject met respectievelijk de sociale partners en de beroepsorganisaties in navolging van een uitnodiging van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid om te komen tot een Toekomstagenda voor het werken in de zorg. Het rapport geeft een globaal en breed overzicht van de aspecten die raken aan de aantrekkelijkheid van het werken in de zorg, en omvat drie luiken: een omschrijving van vaststellingen op het terrein, de reeds genomen maatregelen en mogelijke pistes van oplossingen. Er is daarbij in de eerste plaats vertrokken vanuit de beleving van het zorgpersoneel zelf. Het zijn zij die in de eerste plaats de problemen verbonden aan het werken in de zorg ervaren. Werkgevers die de zorg moeten organiseren worden echter ook voor grote uitdagingen geplaatst en botsen daarbij op zeer specifieke moeilijkheden.

Het rapport is op te vatten als een referentie- en inspiratiebron dat een overzicht biedt van vaststellingen en mogelijke oplossingen. Wel geven de sociale partners aan dat dit rapport noch als een akkoord over alle elementen uit het rapport, noch als een onderhandeld akkoord kan worden beschouwd.

Het rapport is het resultaat van ruime uitwisselingen en besprekingen en is in die zin een niet eerder geziene, zinvolle, nuttige en zelfs noodzakelijke denkoefening over de sector die kan helpen om verdere discussies binnen eenzelfde algemeen overzicht te voeren.

 

Samenvattend concludeert het rapport dat de zorg – in het kader van deze oefening ruim op te vatten (ziekenhuizen, thuiszorg, …) – geconfronteerd wordt met grote uitdagingen en zowel op vlak van organisatie, leiderschap, innovatie, digitalisering te maken krijgt met grote veranderingen. De investeringen van de afgelopen jaren betekenden een noodzakelijke maar nog niet voldoende inhaalbeweging. De investeringen dienen dan ook verder gezet te worden. Daarnaast zijn ook hervormingen noodzakelijk willen we onze gezondheidszorg ook voor de toekomst toegankelijk, betaalbaar en kwaliteitsvol houden voor de patiënt en werkbaar en kwaliteitsvol voor het zorgpersoneel.

De uitdagingen voor de zorg zijn multipel en complex. De antwoorden zijn dat ook. Eén magische oplossing die het geheel voor de toekomst op de rails kan houden, bestaat niet. Bovendien is de zorg een systeem. Sleutelen aan één component, betekent vaak, en meestal zelfs, ook een effect op andere componenten. De hervormingen dienen dan ook doordacht te gebeuren, en vergen dus tijd. Tijd die er weinig of niet lijkt te zijn. Gelukkig starten we niet van een wit blad. Er zijn reeds belangrijke acties gebeurd, investeringen gedaan, meerdere hervormingen zijn lopende waarin in kleine maar wel gestage stappen noodzakelijke aanpassingen doorgevoerd worden.

Meer informatie en toegang tot het rapport via onderstaande link:

RAPPORT: Toekomstagenda voor het werken in de zorg


EBM in de dagelijkse praktijk

EBM in de dagelijkse praktijk : Leer snel Evidence-Based informatie terugvinden.

Ongetwijfeld vind je het als zorgverlener belangrijk om, in overleg met je patiënt, voor een behandeling te kiezen waarvan het effect bewezen is.

Hoe kan je snel in de informatiejungle relevante evidence-based informatie terugvinden?
Tijdens deze infosessie van 1uur

  • presenteren we Ebpracticenet (www.ebpnet.be), een gratis site met klinische praktijkrichtlijnen, gevalideerd door CEBAM.
  • verkennen we de Cebam Digital Library for Health (www.cdlh.be) als toegangspoort naar kwaliteitsvolle databanken en journals om verder uitgebreid te zoeken.
  • maken we via www.gezondheidenwetenschap.be kennis met patiëntenrichtlijnen en fact-check gezondheidsinformatie.
  • dit alles kan met één muisklik geconsulteerd worden van uit het Elektronisch Medisch Dossier via de Evidence Linker.

 

Kies hier een datum die voor jou het beste past en schrijf je snel in.

Als je de opleiding met collega’s wilt volgen of wilt voorstellen tijdens een vorming aan studenten, aarzel dan niet om deze mail door te sturen en contact op te nemen via marieke.vanneste@cebam.be om een tijdstip in te plannen.

Hopelijk tot binnenkort,
Vriendelijke groeten,
Marieke Vanneste
Promotor Cebam – CDLH – ebpracticenet
marieke.vanneste@cebam.be
0472/22.67.40

CDLH.be | Discipline


Webinar : Normen en zorgkwaliteit in de woonzorgcentra

Normen en zorgkwaliteit in de woonzorgcentra: voorgestelde indicatoren voor opvolging en aanbevelingen

Dit onderzoek streeft ernaar nuttige kwaliteitsindicatoren vast te leggen voor de verpleegkundige praktijk in de woonzorgcentra, die relatief makkelijk te registreren zijn, maar die de instellingen niet zouden stigmatiseren naar gelang van hun bewonerspopulatie.

 

De resultaten van deze studie werden gepresenteerd tijdens het webinar dat op 7 juni 2021 door de AUVB werd georganiseerd.

Hieronder vindt u links naar documenten en video’s in verband met deze studie.

 

Samenvatting

De woonzorgcentra hebben de afgelopen jaren een aanzienlijke evolutie doorgemaakt. Hun functie is niet beperkt tot huisvesting, maar wordt steeds meer een zorgdienst voor personen met complexe medische aandoeningen die zowel verpleegkundige zorg als logistieke ondersteuning nodig hebben.

Het personeel is er volop bereid om kwaliteitsvolle zorg te verstrekken en bij te dragen tot de goede gezondheid van de bewoners, en bovendien nog voldoening te brengen in het dagelijkse leven. De huidige gezondheidscrisis heeft het belang blootgelegd van het werk dat wordt verricht in de instellingen en de behoefte aan meer middelen voor kwaliteitsvolle zorg.

Het begrip kwaliteit is zeer vaak gekoppeld aan subjectieve waarden en het is moeilijk om de kwaliteit van een instelling of de zorgkwaliteit in deze instelling te beoordelen. Het systematische gebruik van indicatoren wordt in vele landen steeds gangbaarder, want zo kan men de evolutie van de kwaliteit en de noodzakelijke investeringen in alle aspecten van de zorg opvolgen.

Dit onderzoek streeft ernaar nuttige kwaliteitsindicatoren vast te leggen voor de verpleegkundige praktijk in de woonzorgcentra.

Daartoe hebben we in de wetenschappelijke literatuur gezocht naar aanbevelingen met betrekking tot de opvolging van kwaliteitsindicatoren, de omkadering van het personeel en deugdelijk bestuur van residentiële instellingen voor ouderen. De resultaten werden voorgelegd aan een focusgroep van professionals met WZC-expertise om ze af te toetsen aan de Belgische context, aan de klinische praktijk in de rusthuizen en aan de behoeften van de professionals uit de zorgsector.

We kunnen besluiten dat het raadzaam is om gebruik te maken van indicatoren om zowel de kwaliteit als de omkadering van het personeel in een instelling op te volgen. Tevens is het belang gebleken van klinisch en hiërarchisch leiderschap in het beroep van verpleegkundige, van permanente vorming, en van de aanwezigheid van een mix van complementaire beroepen binnen een instelling.

De PPT gepresenteerd tijdens de webinar:2021 06 07 PPT webinar NORMEN EN ZORGKWALITEIT IN DE WOONZORGCENTRA

Toegang tot de samenvatting van de studie (24 p.): Normen en zorgkwaliteit in de woonzorgcentra: voorgestelde indicatoren voor opvolging en aanbevelingen

De volledige studie (114 p) : Normen en zorgkwaliteit in de woonzorgcentra :voorgestelde indicatoren voor opvolging en aanbevelingen (2021)

 

 

Greifen Sie auf die Zusammenfassung der Studie zu (24 S.): NORMEN UND QUALITÄT DER PFLEGE IN ALTEN- UND PFLEGEHEIMEN: VORSCHLÄGE VON INDIKATOREN FÜR DAS MONITORING UND EMPFEHLUNGEN

Komplette Studie ( 136 S) : Normen und Qualität der Pflege in Alten- und Pflegeheimen 2021


POWER TO CARE (maart 2021)

De druk op verzorgers, maatschappelijk werkers en mantelzorgers is nu al hoog en zal tijdens de nog meer zal toenemen tijdens de COVID-19-crisis. Het is nodig hun welzijn te meten om om een adequate follow-up van alle rode vlaggen te verzekeren.

De POWER TO CARE-enquête is de nationale opvolger van de ZorgSamen-barometer, uitgevoerd door de
KULeuven, waarvan vier edities plaatsvonden in Vlaanderen tussen april en oktober 2020. De eerste nationale
De eerste nationale POWER TO CARE-enquête vond plaats van 8 tot 15 december 2020. De tweede nationale enquête vond plaats van dinsdag 16 maart 2021 tot en met vrijdag 26 maart 2021.

Lees meer : (op dit moment alleen in het frans)

POWER TO CARE. L’enquête sur le bien-être des personnes et professionnels d’aide et de soin. Principaux résultats de la deuxième enquête nationale, mars 2021.


Jaarstatistieken met betrekking tot de beofenaars van gezondheidszorgberoepen in België

Federale Overheidsdienst, Volkgezondheid, Veiligheid van voedselketen en leefmilieu heeft de ” jaarstatistieken met betrekking tot de beoefenaars van gezondheidszorgberoepen 2020″ in België gepubliceerd.

Jaarstatistieken met betrekking tot de beoefenaars van gezondheidszorgberoepen in België: aantal beoefenaars op 31/12/2020 en instroom 2020.
Voor elke beroepstitel die betrokken is bij de gezondheidszorg, worden de jaarstatistieken opgesplitst volgens de gewesten en provincie van domicilie, per leeftijdscategorie en volgens het geslacht van de personen die op 31/12/2020 geregistreerd staan in de federale databank van de gezondheidszorgbeoefenaars. De gegevens omvatten de « voorraad » aan gezondheidszorgbeoefenaars die het beroep mogen uitoefenen, alsook de instroom voor het afgelopen jaar.
Als u meer gedetailleerde statistieken wenst van de beoefenaars van gezondheidszorgberoepen kan u het Excel-document van de jaarstatistieken raadplegen.

HWF STATAN 2020


Persbericht - 8 van de 10 verpleegkundigen ondersteunen Covid-19 vaccinatie

Volgens een enquête uitgevoerd door de Algemene Unie van Verpleegkundigen van België (AUVB) onder 2.370 verpleegkundigen is 80% van de respondenten van de steekproef voorstander van vaccinatie, 10% aarzelt nog en uiteindelijk zegt 10% vaccinatie te zullen weigeren (foutmarge: 2,1%).

Volgens de resultaten is 32% van de ondervraagden al gevaccineerd, waarvan 30% in ziekenhuizen en 72% in een Woon-Zorgcentrum. 7 op de 10 verpleegkundigen zouden hun patiënten en hun familieleden aanraden om zich te laten vaccineren.

Volgens statistische analyses staan Nederlandstalige verpleegkundigen, oudere verpleegkundigen en verpleegkundigen met risicofactoren voor het ontwikkelen van een ernstige vorm van COVID-19 gunstiger tegenover vaccinatie.

De belangrijkste reden om zich te laten vaccineren is voor 82% van de steekproef de bescherming van henzelf en hun familieleden. Omgekeerd is 70% van de verpleegkundigen die aarzelen of het vaccin weigeren, bang voor bijwerkingen.

80% van de verpleegkundigen is gekant tegen het nieuwe koninklijke besluit betreffende de delegatie van de handelingen met betrekking tot de voorbereiding en toediening van vaccins door personen die daar wettelijk gezien niet toe bevoegd zijn.

De onderzoekers vroegen ook om een cijfer van 0 tot 100 te geven voor de aanpak van de crisis door de nieuwe federale regering. Deze aanpak kreeg gemiddeld slechts een score van 47%. Wat het beheer van de vaccinatie door de politieke autoriteiten betreft, gaven de verpleegkundigen een score van 50%.

De enquête werd uitgevoerd tussen 21 januari en 5 februari 2021. In vergelijking met een studie die in november 2020 [1] in België, Frankrijk en Quebec werd uitgevoerd, is de instemming met vaccinatie onder artsen en verpleegkundigen toegenomen (49% sterke instemming, 23% matige instemming en 28% onbeslist of negatief). Dit is dezelfde bevinding als in een studie die Sciensano in december 2020 bij de algemene bevolking heeft uitgevoerd [2] (60%). Als we dit ten slotte vergelijken met een onderzoek uit 2018 onder gezondheidswerkers over vaccinatie tegen seizoensgriep (40% in ziekenhuizen en 45% in verpleeghuizen), is de instemming met vaccinatie tegen COVID-19 [3]  veel hoger.

De Algemene Unie van Verpleegkundigen van België zal hierover informatie blijven verstrekken, maar dringt erop aan om:

  • kwaliteitsvolle en wetenschappelijk gevalideerde informatie te garanderen, zodat elke beroepsbeoefenaar een zo weloverwogen mogelijke beslissing kan nemen en dit met betrekking tot zijn of haar individuele verantwoordelijkheid.
  • de vaccinatie niet uit te besteden aan derden die daar wettelijk gezien niet toe bevoegd zijn, overeenkomstig de regels voor goede praktijken en de adviezen van de FRV (Federale Raad voor Verpleegkunde) en de TCV (Technische Commissie voor Verpleegkunde).

De AUVB herinnert ook aan haar tweede webinar dat zal plaatsvinden op maandag 08/02/2021 om 18:30 uur. Alle details zijn te vinden op de website van de AUVB (

 

Analyse en verwerking resultaten:         Arnaud Bruyneel – Nurse – PhDc in Public Health ULB

Meer info:          AUVB-UGIB-AKVB –info@auvb.behttps://auvb-ugib-akvb.be

[1] Verger Pierre, Scronias Dimitri, Dauby Nicolas, Adedzi Kodzo Awoenam, Gobert Cathy, Bergeat Maxime, Gagneur Arnaud, Dubé Eve. Attitudes of healthcare workers towards COVID-19 vaccination : a survey in France and French-speaking parts of Belgium and Canada, 2020. Euro Surveill. 2021 ;26(3). https://doi.org/10.2807/1560-7917.ES.2021.26.3.2002047

[2] Cinquième enquête de santé COVID-19. Bruxelles, Belgique ; Numéro de dépôt : D/2020/14.440/96

Disponible en ligne : https://doi.org/10.25608/jmgf-2028.

[3] Boey L, Bral C, Roelants M, De Schryver A, Godderis L, Hoppenbrouwers K, Vandermeulen C. Attitudes, believes, determinants and organisational barriers behind the low seasonal influenza vaccination uptake in healthcare workers – A cross-sectional survey. Vaccine. 2018 May 31 ;36(23):3351-3358. Epub 2018 Apr 30. doi: 10.1016/j.vaccine.2018.04.044.


Voorbeeld bericht Onderzoek

Voorbeeld bericht Onderzoek

Voorbeeld bericht Onderzoek: Vanuit de Nederlandstalige kamer van de Algemene Unie van Verpleegkundigen van België samen met onze leden beroepsorganisaties voor verpleegkunde hebben we een video opgemaakt waarbij we een aantal belangrijke aspecten aanhalen en pleiten voor ingrijpende maatregelen binnen de woonzorgcentra in Vlaanderen.


COVID nursing team readiness study Juin 2020

COVID nursing team readiness study Juin 2020

Bijna kwart zorgverleners gebruikt te weinigbeschermingsmateriaal.

Uit een onderzoek van UAntwerpen, in opdracht van de Algemene Unie van Verpleegkundigen van België, blijkt dat er voldoende beschermingsmateriaal beschikbaar is voor de grote meerderheid van de zorgverleners. Het materiaal wordt echter niet altijd gebruikt volgens de richtlijnen van Sciensano.

Persbericht : Lees meer…

Infographic: COVID nursing team readiness study Juni 2020

Ondanks een betere beschikbaarheid van het materiaal blijft het juiste gebruik onzeker. De Algemene Unie der Verpleegkundigen van België vraagt om een duidelijke gedragslijn, identiek voor iedereen en wetenschappelijk gevalideerd.