Dit HWF Zorgkundigen op de arbeidsmarkt 2021 rapport  wordt geproduceerd door Cel Planning van het Aanbod van de Gezondheidszorgberoepen, Dienst Gezondheidszorgberoepen en Beroepsuitoefening, DG Gezondheidszorg, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Dit rapport vormt het eindproduct van het project PlanKad zorgkundigen, een koppeling van gegevens afkomstig van verschillende overheidsinstellingen voor het jaar 2021.

Sleutelwoorden: PlanKad, koppeling, workforce, aantal actieve zorgkundigen, VTE

Methodologie:

Om de effectieve activiteit van de zorgkundigen te evalueren, hun activiteitsgraad te ramen en hun activiteitssectoren te identificeren, werden eerst de gegevens van de zorgkundigen uit de Federale databank van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen geëxtraheerd (bevat de personen die het beroep mogen uitoefenen in België – ook “Kadaster” genaamd), en werden deze gegevens vervolgens gekoppeld met gegevens afkomstig van het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale bescherming (DWH AM&SB). Deze
‘beperkte’ koppeling heeft betrekking het meest recente beschikbare jaar, 2021.
Er werden drie analysegroepen gedefinieerd: de beroepsbeoefenaars die gemachtigd zijn om het beroep van zorgkundige uit te oefenen (‘Licensed To Practice’ of LTP), de beroepsbeoefenaars met een activiteit op 31/12/2021 als loontrekkende of zelfstandige (‘Professionally Active’ of PA), en de beroepsbeoefenaars actief in de gezondheidszorg als zorgkundige (‘Practising’ of PR). In de analysegroep LTP wordt elk individu met een visum van zorgkundige opgenomen. Mensen met een visum voor een ander beroep dan het beroep van zorgkundigen zijn niet opgenomen in de LTP-analysegroep. We gaan er immers van uit dat zij een beroep uitoefenen, gelinkt aan het beroep dat hoort bij het hoogst behaalde diploma. Binnen deze populatie wordt als beroepsactief (PA) gedefinieerd, elke zorgkundige die is ingeschreven als zelfstandige bij de RSVZ op 31/12/2021 of die op 31/12/2021 is opgenomen in de databank RSZ ten belope van minstens 0,1 VTE in 2021. Wordt beschouwd als actief in de gezondheidszorg (PR), elke loontrekkende actieve zorgkundige met minstens één werkgever in de gezondheidszorgsector, en elke zelfstandige actieve zorgkundige met een activiteit in de gezondheidszorgsector in 2021.
Naast het aantal beschikbare zorgkundigen, werd ook het verrichte arbeidsvolume of het voltijdsequivalent (VTE) geraamd en dit binnen elke beroepssector (loontrekkende of zelfstandige) en elke analysegroep. Het VTE gepresteerd door de loontrekkenden wordt verstrekt door het DWH AM&SB op basis van de jaarlijkse activiteitsgraad en de activiteitsgraad gepresteerd in de gezondheidszorgsector tijdens het laatste trimester van 2021.
Het VTE voor zelfstandigen met een activiteit in de gezondheidszorgsector wordt gelijkgesteld aan 1, bij gebrek aan gegevens over hun arbeidsvolume.

[…]

 

Om het rapport te lezen: verpleegkundigen_op_de_arbeidsmarkt_2019-2021