Verwezenlijkingen van Algemene Unie van Verpleegkundigen van België in 2020

Verwezenlijkingen van Algemene Unie van Verpleegkundigen van België in 2020

Van bij het begin van de pandemie hebben de vertegenwoordigers van AUVB de bevoegde overheden aangesproken en ze blijven dat regelmatig doen. Net als vóór de crisis verleent AUVB absolute prioriteit aan de veiligheid, het welzijn van de verpleegkundigen en het laten horen van de stem van het beroep van verpleegkundige. 

Maart 2020 was een keerpunt voor onze werkwijze en de frequentie van onze vergaderingen. De vertegenwoordigers van de bij AUVB aangesloten verpleegkundige beroepsverenigingen hebben elke week vergaderd, soms zelfs verschillende keren per week, om ervaringen uit te wisselen, te informeren en te rapporteren over de toestand op het terrein en zo een stem te geven aan het beroep.

Deze stem heeft zich unaniem laten horen met behoeften, eisen en klachten. Elke verpleegkundige beroepsvereniging heeft binnen haar eigen specialiteit de behoeften van haar aangeslotenen/leden/collega’s laten blijken, om concrete acties op te zetten en eraan deel te nemen.

We hebben een intense briefwisseling gevoerd met alle betrokken partijen (regering, parlement, syndicaten, werkgevers, journalisten…) met de volgende vragen:

    • duidelijke en nauwkeurige informatie, ondersteuning en bescherming voor al het verplegend personeel;
    • de toekenning van een coronapremie aan beoefenaars van de verpleegkunde in alle zorgsectoren;
    • een grotere solidariteit en coherentie in de beslissingen tussen de deelstaten en de federale regering in de beslissingen die een weerslag hebben op het beroep van verpleegkundige en het werk op het terrein (met name als het gaat om de praktijk);
    • de erkenning van het beroep van verpleegkundige als zwaar beroep;
    • een coherente organisatie van het beheer van de gezondheidscrisis en de beveiliging van het verzorgend personeel;
    • het ter beschikking stellen van beschermingsmateriaal en handgel;
    • coronascreeningtests (patiënten/beoefenaars);
    • preventie en psychologische ondersteuning van beoefenaars van de gezondheidszorg;
    • omkadering van teams (opleiding) en begeleidende maatregelen voor verpleegkundigen die overgeplaatst zijn;
    • logistieke elementen (materiële ondersteuning voor sommige WZC);
    • een coherente exitstrategie;
    • voortzetting van de aanpassing van de nomenclatuur en de reële kosten van deze nieuwe verstrekkingen, rekening houdend met de risico’s;
    • valorisatie van beoefenaars die herhaaldelijk worden blootgesteld aan coronapatiënten;
    • een herziening van de sociale wetten;
    • tussenkomst opdat de beoefenaars van de verpleegkunde de begunstigden blijven van het Zorgpersoneelfonds en dat dit fonds niet in de schoot geworpen wordt van al het ziekenhuispersoneel (niet-verpleegkundigen);
    • verspreiding van de resultaten van de enquête over de emotionele nood van verpleegkundigen;
    • publicatie van een enquête over de behoeften aan materiaal;
    • reactie tegen de twee koninklijke besluiten (KB) gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad (mei 2020) betreffende de opvordering van beoefenaars van gezondheidzorgen de uitoefening van de verpleegkunde door niet bevoegde gezondheidszorgbeoefenaars ;
    • reactie tegen de 9 maatregelen ter ondersteuning van het beroep voorgesteld door Maggie De Block die hetzij geen steun betekenden, hetzij niet bestemd waren voor verpleegkundigen;
    • vraag om deel te nemen aan het sociaal overleg om het beroep van verpleegkundige en zijn behoeften te vertegenwoordigen met onze deskundigheid;
    • vraag om overleg met de vertegenwoordigers van IFIC om de ongelijkheid tussen de verpleegkundigen te corrigeren die gecreëerd was door deze classificatie;
    • vraag om overleg met en coördinatie van verpleegkundigen voor het ziekenhuisnoodplan;
    • ondervraging van de bevoegde overheden over hun voorbereiding voor detweede golf;
    • vraag om dringende maatregelen tegen het tekort aan verpleegkundigen in het kader van de tweede coronagolf met realistische, beschermende en positieve perspectieven;
    • reactie en standpunt van AUVB-UGIB-AKVB betreffende de wet om toe te staan dat in het kader van de corona-epidemie verpleegkundige activiteiten worden uitgeoefend door personen die wettelijk daartoe niet bevoegd zijn & voorstellen voor wijzigingen/verbeteringen;
    • vraag om uitbreiding van de aanmoedigingspremie naar alle sectoren van de gezondheidzorg en alle gewesten.

Met de steun van de aangesloten verpleegkundige beroepsverenigingen streeft AUVB ernaar om de belangen van de beoefenaars van de verpleegkunde te verdedigen, hun standpunt te verdedigen en de verpleegkundige expertise te vertegenwoordigen om invloed te kunnen uitoefenen op de acties/beslissingen van de bevoegde overheden die een invloed hebben op het beroep van verpleegkundige. Onze acties zijn gericht op de ondersteuning, bescherming en het uitdragen van de stem van de verpleegkundigen van alle sectoren.

De coronacrisis heeft aangetoond dat we samen sterker zijn. Dank aan de verpleegkundigen die door hun aansluiting bij een verpleegkundige beroepsvereniging de stem versterken waarmee we onze behoeften kenbaar maken en onze expertise laten horen.

Meer informatie in het Jaarverslag AUVB-UGIB-AKVB 2020 op www.auvb.be


De waarheid over verpleegkunde

De waarheid over verpleegkunde

De coronacrisis heeft het beroep van verpleegkundige meer dan ooit op de kaart gezet. Tegelijk blijft een aantal hardnekkige misverstanden bestaan. Op de Dag van de Verpleegkunde (12 mei) vraagt de AUVB – Algemene Unie van Verpleegkundigen van België – hiervoor aandacht.

Geen mens die na de coronacrisis nog twijfelt aan de onmisbaarheid, belangrijkheid en zinvolheid van het verpleegkundig beroep. De voorbije maanden hebben verpleegkundigen bij ons en over de hele wereld laten zien hoe zij, zelfs in de meest penibele omstandigheden, het verschil maken. Op verpleegkundigen kan je bouwen. Verpleegkundigen zijn er als je ze nodig hebt. Dat is niemand ontgaan.

Mensen applaudisseerden, hingen witte lakens uit en noemden de verpleegkundigen ‘helden’ of zelfs ‘engelen’. Oprechte dank hiervoor. Maar hoe bizar ook, tegelijk doet het woord verpleegkunde veel mensen nog altijd denken aan ‘de was en de plas’. Geen van beide typeringen doet recht aan ons beroep van verpleegkundige.

Expertise en toewijding

Verpleegkundigen zijn in de eerste plaats hoogopgeleide experten. Ze zijn wetenschappelijk geschoold, hebben klinisch inzicht en werken zowel autonoom als in team met andere deskundigen.

Verpleegkundigen werken in uiteenlopende contexten: van operatiekwartier tot woonzorgcentrum, van revalidatieziekenhuis tot brandwondencentrum, van geriatrische afdeling tot psychiatrische eenheid of voorziening voor personen met een beperking.

Van bij onze geboorte tot ons overlijden staan verpleegkundigen voor ons klaar. Ze dragen zorg voor kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen. Wat hen bindt, is – naast hun expertise – hun toewijding voor de patiënt en zijn naasten.

“Klinisch denken, verbanden zien, multidisciplinair samenwerken, verantwoordelijkheid nemen, in dialoog gaan met de patiënt – dat is voor mij de kern van verpleegkunde.”
– Yentl, verpleegkundige acute geriatrie

“Ik haal ontzettend veel voldoening uit de contacten met patiënten. Als verpleegkundige word ik opgeleid om technische handelingen uit te voeren. Maar er is altijd die extra dimensie. Als ik een wonde verzorg, verzorg ik een mens.”
– Jorick, student verpleegkunde

Toenemende uitdagingen

Het beroep van verpleegkundige evolueert voortdurend. De uitdagingen nemen toe. We noemen er vijf ter illustratie:

    • de stijgende zorgzwaarte;
    • de toenemende complexiteit;
    • de verdere technologisering;
    • de doorgedreven specialisatie;
    • de multidisciplinaire aanpak.

Een ziekenhuisverblijf duurt alsmaar korter. Verbleef je vroeger na een operatie drie weken in het ziekenhuis, dan mag je tegenwoordig al na drie dagen naar huis. Dat maakt de verpleegkundige zorg in het ziekenhuis veel intensiever. Ouderen wonen zo lang mogelijk thuis. Pas als het echt niet meer lukt, verhuizen ze naar een woonzorgcentrum. In de woonzorgcentra neemt daardoor de zorgzwaarte toe. Eenzelfde verhaal in de thuissituatie: mensen keren na een ingreep in het ziekenhuis sneller naar huis terug en zorgbehoevende ouderen blijven langer thuis wonen. Ook voor de thuisverpleegkundigen stijgt daardoor de zorgzwaarte.

De toenemende complexiteit heeft onder meer te maken met de vergrijzing. Hoe langer we leven, hoe meer mensen twee, drie of vier chronische ziekten ontwikkelen: hoge bloeddruk, diabetes en nierproblemen bijvoorbeeld. Die ‘comorbiditeiten’ (het gelijktijdig aanwezig zijn van verschillende ziekten) maakt de verpleegkundige zorg voor ouderen complexer.

De technologisering, de digitalisering en nieuwe wetenschappelijke inzichten vormen een derde uitdaging. Voortdurende bijscholing, ‘levenslang leren’, is geen luxe maar een noodzaak.

Een vierde trend is de specialisatie. Parallel met de artsen leggen verpleegkundigen zich steeds meer toe op één domein. Spoedverpleegkundigen, IZ-verpleegkundigen, psychiatrische en geriatrische verpleegkundigen kennen we al langer. Maar wist je dat er ook diabetesverpleegkundigen, wondzorgverpleegkundigen en verpleegkundig specialisten in domeinen als nierziekten, katheterzorg en neonatologie zijn? Het lijstje is quasi oneindig. Deze verpleegkundigen zijn hoogopgeleide experten op hun terrein, evengoed als de artsen met wie ze steeds nauw samenwerken.

Dat brengt ons bij de multidisciplinaire samenwerking. Een verpleegkundige is deskundig op haar terrein, maar werkt tegelijk in een hecht team met andere verpleegkundigen, artsen, therapeuten, verzorgenden en huisartsen samen. Ze vormen één team van gelijkwaardige experten, die samen de zorg voor de patiënt of de bewoner op zich nemen. Binnen dat team is de verpleegkundige de centrale spil. Zij is de patiënt of de bewoner immers het meest nabij en kent hem het beste.

“Als verpleegkundige ken ik de patiënten het best. Ik zie het totaalplaatje. Vanuit die kennis geef ik geregeld input en zelfs advies aan de arts, de kinesitherapeut of de ergotherapeut. Mijn mening doet ertoe.”
– Lesley, verpleegkundige in een revalidatieziekenhuis

Elke setting zijn karakter

Wie verpleegkundige zegt, denkt in eerste instantie aan het ziekenhuis. Maar verpleegkunde is zoveel meer en zoveel diverser. Elke setting heeft zijn eigen karakter. Neem nu de ouderenzorg. De was en de plas, denkt u? Dat heeft u helemaal verkeerd voor.

In een woonzorgcentrum is er bijvoorbeeld maar een heel beperkte aanwezigheid van een arts. De meeste tijd is de verpleegkundige dan ook de eerste aanspreekpersoon voor medische klachten en opvolging. De verpleegkundige observeert de bewoners, schat op basis van klinisch redeneren hun noden in, volgt de medicatie op en beslist wanneer een arts opgeroepen moet worden. Hij vervult een brugfunctie naar de huisarts, de mantelzorgers en andere interne en externe zorgpartners. En ja, daarbij draagt hij samen naast de verzorgende equipe ook bij aan de hygiënische zorg.

Ook de thuisverpleegkunde reikt zoveel verder dan u misschien denkt. Thuisverpleegkundigen hebben vaak een team achter zich, maar ze gaan wel individueel bij de patiënt aan huis. Hun verantwoordelijkheid is groot. Ze zien de patiënt in zijn thuissituatie en zijn ideaal geplaatst om de haalbaarheid van thuiszorg in te schatten en bij te sturen waar nodig. Ze voeren wondverzorging en andere technische handelingen uit, geven psychische ondersteuning, staan mensen bij tijdens de palliatieve levensfase, geven gezondheidseducatie, overleggen met de mantelzorger, stemmen af met de huisarts en andere zorgpartners. Zelfs chemotherapie bij kankerpatiënten wordt vandaag door gespecialiseerde oncoverpleegkundigen aan huis gegeven.

De waarheid over verpleegkunde

De waarheid is dat verpleegkundigen (in de ouderenzorg evengoed als in andere contexten) véél meer doen dan hygiënische verzorging en een praatje slaan met patiënten of bewoners. De waarheid is dat zij zichzelf ook niet als helden beschouwen.

Ze beschouwen zich wel als experten. Als hoogopgeleide professionals met een warm hart, die er altijd zijn als je ze nodig hebt. Ook en vooral in de moeilijkste momenten.

Elke verpleegkundige is uniek. Er zijn HBO5-verpleegkundigen, bachelors en masters. Je hebt er die leven op adrenaline en stress, je hebt er met interesse voor ouderen of psychisch kwetsbare mensen. Sommige verpleegkundigen specialiseren zich op één specifiek domein, anderen geven de voorkeur aan algemene verpleegkunde. Er zijn er die het liefst zelfstandig op pad gaan, anderen voelen zich beter met een team rond zich. En het mooie is: al deze unieke verpleegkundigen vinden hun unieke plek als experten in de gezondheidszorg.

“Ik heb jaren op een operatiekwartier gewerkt. Later werd ik zelfstandig thuisverpleegkundige. Die praktijk is gaandeweg gegroeid. Vandaag leid ik een team van vijftig thuisverpleegkundigen. Naast verpleegkundige ben ik nu manager, ondernemer, hr-verantwoordelijke en marketingverantwoordelijke. Ik maak deel uit van de regionale zorgraad en ik heb me tijdens covid-19 als vrijwilliger geëngageerd in een woonzorgcentrum. Ik ken geen job die meer mogelijkheden biedt en veelzijdiger is dan verpleegkundige.”
– Bas, zelfstandig thuisverpleegkundige met 50 medewerkers

Vereer verpleegkundigen niet als helden. Waardeer ze als professionele experten op wie je altijd kunt rekenen.

 

Nog enkele stemmen van verpleegkundigen

“Als verpleegkundige kom ik heel dicht bij de mensen. Ik kan onderwerpen aansnijden die ze zelfs met hun beste vriendin of met hun kinderen uit de weg gaan. De olifant in de kamer benoemen. Het geheugen dat de patiënt meer en meer in de steek laat, bijvoorbeeld. Of een moeilijke thuissituatie. Elk huisje heeft zijn kruisje. Het is een voorrecht om zo dicht bij iemand te mogen komen en mensen te kunnen helpen.”

– Yentl, verpleegkundige acute geriatrie

 

“In het woonzorgcentrum is de verpleegkundige de spil in de zorg voor de bewoner. We krijgen de kans om elke bewoner goed te leren kennen. Er groeit een nauwe band, mensen nemen je in vertrouwen en zijn dankbaar als je respect hebt voor wie ze zijn en wat ze willen. Voor de familie, de huisarts zijn we de aanspreekpersoon, net omdat we zo dicht bij de bewoner staan.”

– Steffie, verpleegkundige in een woonzorgcentrum

 

“De ene patiënt wil praten, de andere wil rust. De ene babbelt over koetjes en kalfjes, de andere heeft nood aan een diep gesprek over zingeving. Als verpleegkundige ontwikkel je voelsprieten hiervoor. Ik dring mezelf nooit op, maar ik ben altijd beschikbaar. Elke mens is anders. Wat kan ik voor jou betekenen? Dat is de vraag waar het voor mij om draait.”

– Frauke, student-stagiair verpleegkunde

 

“De zorgsector evolueert voortdurend, waardoor ook het verpleegkundig beroep verandert. In de psychiatrie heb ik vandaag veel meer contacten met collega’s van andere organisaties. We komen met mobiele teams ook veel meer aan huis bij patiënten. Het heeft allemaal te maken met de vermaatschappelijking van de zorg en het maakt mijn job alleen maar boeiender.”

– Guanito, psychiatrisch verpleegkundige

 

“Je herkent een verpleegkundige meteen aan zijn of haar gedrevenheid. Dat is tijdens covid-19 nog maar eens gebleken. Spoedverpleegkundigen, geriatrisch verpleegkundigen, militaire verpleegkundigen, thuisverpleegkundigen… we werken samen, we tillen elkaar naar een hoger niveau en we maken het samen waar. Hoe mooi is dat!”

– Bas, zelfstandig thuisverpleegkundige met 50 medewerkers

 

Mensen zeggen vaak: amai, ik zie dat jij je werk écht graag doet, je voelt dat en je ziet dat. En dat is ook zo, als verpleegkundige en diabeteseducator haal ik enorm veel voldoening uit het op maat werken van onze patiënten. Ik bekijk mijn patiënt holistisch. Diabetes heeft namelijk een serieuze impact, niet alleen fysiek, maar ook mentaal. Afhankelijk van patiënt tot patiënt leg ik dan ook meer nadruk op voorlichting rond medicatie, beweging, gezonde voeding, … Ik benader mijn patiënten ook altijd met heel veel respect en speel in op hun ritme.

– Cynthia Descheemaeker, thuisverpleegkundige en diabeteseducator


Normen en zorgkwaliteit in de woonzorgcentra

Normen en zorgkwaliteit in de woonzorgcentra: voorgestelde indicatoren voor opvolging en aanbevelingen

Dit onderzoek streeft ernaar nuttige kwaliteitsindicatoren vast te leggen voor de verpleegkundige praktijk in de woonzorgcentra, die relatief makkelijk te registreren zijn, maar die de instellingen niet zouden stigmatiseren naar gelang van hun bewonerspopulatie.

De resultaten van de studie zullen ook worden gepresenteerd in een gratis webinar (registratie vereist om een certificaat te ontvangen) op maandag 7 juni 2021 van 18.30 tot 19.30 uur. 

De webinar zal simultaan in de drie landstalen worden vertaald.

Samenvatting

De woonzorgcentra hebben de afgelopen jaren een aanzienlijke evolutie doorgemaakt. Hun functie is niet beperkt tot huisvesting, maar wordt steeds meer een zorgdienst voor personen met complexe medische aandoeningen die zowel verpleegkundige zorg als logistieke ondersteuning nodig hebben.

Het personeel is er volop bereid om kwaliteitsvolle zorg te verstrekken en bij te dragen tot de goede gezondheid van de bewoners, en bovendien nog voldoening te brengen in het dagelijkse leven. De huidige gezondheidscrisis heeft het belang blootgelegd van het werk dat wordt verricht in de instellingen en de behoefte aan meer middelen voor kwaliteitsvolle zorg.

Het begrip kwaliteit is zeer vaak gekoppeld aan subjectieve waarden en het is moeilijk om de kwaliteit van een instelling of de zorgkwaliteit in deze instelling te beoordelen. Het systematische gebruik van indicatoren wordt in vele landen steeds gangbaarder, want zo kan men de evolutie van de kwaliteit en de noodzakelijke investeringen in alle aspecten van de zorg opvolgen.

Dit onderzoek streeft ernaar nuttige kwaliteitsindicatoren vast te leggen voor de verpleegkundige praktijk in de woonzorgcentra.

Daartoe hebben we in de wetenschappelijke literatuur gezocht naar aanbevelingen met betrekking tot de opvolging van kwaliteitsindicatoren, de omkadering van het personeel en deugdelijk bestuur van residentiële instellingen voor ouderen. De resultaten werden voorgelegd aan een focusgroep van professionals met WZC-expertise om ze af te toetsen aan de Belgische context, aan de klinische praktijk in de rusthuizen en aan de behoeften van de professionals uit de zorgsector.

We kunnen besluiten dat het raadzaam is om gebruik te maken van indicatoren om zowel de kwaliteit als de omkadering van het personeel in een instelling op te volgen. Tevens is het belang gebleken van klinisch en hiërarchisch leiderschap in het beroep van verpleegkundige, van permanente vorming, en van de aanwezigheid van een mix van complementaire beroepen binnen een instelling.