Van strandredders tot leerkrachten : iedereen wil tegenwoordig verpleegkundige handelingen uitvoeren. Die zijn nochtans wettelijk beschermd. Als we de volgende epidemie voldoende verpleegkundigen willen hebben, zal een betere verloning niet volstaan maar moet er weer respect komen voor de verpleegkunde als beroep.
Deze zomer was er discussie over het gebruik van een beademingsballon door strandredders. Leerkrachten mogen aan leerlingen geen medicatie geven. Gezinshulpen mogen bij een gekende patiënt geen zuurstof toedienen. Allemaal handelingen die wettelijk voorbehouden zijn aan artsen en verpleegkundigen. Terecht ? En wat is er met de verpleegkunde méér aan de hand ?
De wet beschermt
In België zijn bepaalde handelingen wettelijk voorbehouden aan bepaalde beroepen, om publiek/consument/burger te beschermen. De gezondheidszorg is bij uitstek een sector waar professionele opleiding en deskundigheid nodig zijn. Wie zonder het vereiste diploma een operatie uitvoert, is strafbaar.
Dat geldt ook voor verpleegkunde. Wat die beademingsballon betreft : in de uitgebreide wetenschappelijke studies naar reanimatie (evidence-based medicine) is geen enkel bewijs of argument te vinden voor het gebruik van technische middelen door niet-medisch personeel. Idem voor het onmiddellijk en zonder diagnose toedienen van zuurstof. Het is dus logisch dat deze middelen in de handen blijven van medisch opgeleid personeel. Daarom blijven ze ook wettelijk beschermd.
De wet wordt heus niet altijd opgesteld uit protectionisme (voor artsen en verpleegkundigen is er overigens op dit ogenblik werk genoeg…). Wie de wet overtreedt, neemt een zware verantwoordelijkheid.
Verpleeg- en deskundig
Reanimatie door redders is een belangrijke maar geïsoleerde techniek. Voorbehouden verpleegkundige handelingen worden in veel bredere sectoren in vraag gesteld. Gezinshulpen kunnen evengoed zuurstof geven (zegt men). Opvoeders kunnen evengoed doorligwonden verzorgen (zegt men). Leerkrachten kunnen evengoed spuitjes geven voor diabetes of allergie (zegt men). Wie zegt dat ? Onder andere de Vlaamse overheid die met tekorten kampt in de instellingen onder haar bevoegdheid, tekorten die niet opgelost raken met de huidige financiering ; een reeks politieke protocolakkoorden blijft proberen de federale wettelijke bevoegdheid van verpleegkundigen af te bouwen. Onder andere de grootste onderwijskoepel die aan het begin van vorig schooljaar koudweg een omzendbrief stuurt dat leerkrachten, die illegaal medicatie toedienen, zullen gedekt worden door hun verzekering. Gelukkig hebben veel leerkrachten een ander idee van opvoeden tot burgerzin en respect voor de rechtsstaat.
De deskundigheid van verpleegkundigen lijkt niet voor iedereen evident. Men zou zich afvragen waarom verpleegkundigen nog 4 jaar naar een (hoge)school moeten gaan. Zo moeilijk kan dat toch allemaal niet zijn. Overigens claimt niemand handelingen van chirurgen, kinesisten of bandagisten, maar steeds die van verpleegkundigen. Merkwaardig maar logisch : omdat de basis van de verpleegkundige expertise precies ligt in de dagelijkse verzorging. Iemand wassen of een pilletje geven is niet moeilijk. Maar een toilet van een zieke is het uitgelezen ogenblik om te kijken of hij risico heeft op doorligwonden, op een blaasontsteking, of zijn pijnscore verergert, of de draaglast van de thuiszorg niet aan de limiet zit… En van de 2.000 vermijdbare overlijdens in de Belgische gezondheidszorg (lees : fatale fouten) worden zo’n kwart veroorzaakt door medicatiefouten.
Verpleegkundigen hebben hun deskundigheid. Als men het beroep wil valoriseren, zal het niet volstaan de verloning te verhogen maar moet men ook de deskundigheid en dus de wettelijke bepalingen respecteren. Daarmee zullen sommige andere beroepen en beleidsmakers tevens de volksgezondheid een dienst bewijzen. Want het voorbehouden van handelingen is er om de kwaliteit van zorg te beschermen.
Verpleegkundigen zijn niet wereldvreemd. In de dagelijkse omgang moet niet voor elk wissewasje beroep gedaan worden op een professioneel hulpverlener. Mantelzorgers mogen bij familieleden reeds alle technische zorgen uitvoeren na opleiding door een arts of verpleegkundige. De verpleegkundige overlegorganen hebben een kader uitgewerkt om op een verantwoorde wijze zorgen toe te vertrouwen aan leerkrachten, opvoeders, verzorgenden en anderen. Duidelijk is alleszins : geen bevoegdheid zonder opleiding en zonder verantwoordelijkheid. Ook dan houdt de verpleegkundige haar expertise voor de inschatting van toestand en zorgnood van de patiënt/zorgvrager en moet zij de zorg kunnen overnemen als haar deskundigheid vereist is.
Erkenning door het beleid
Verpleegkundigen en zorgkundigen (het beroep dat de verpleegkundigen helpt om de basiszorgen uit te voeren) stonden in de eerste lijn bij de mogelijk zwaarste pandemie die ons getroffen heeft sinds de Spaanse griep en de middeleeuwse pest. Enkele collega’s en artsen betaalden hun inzet met hun leven, waarvoor al ons respect. De hard en vaak in het verborgen doorjagende werkers appreciëren oprecht de blijken van respect van de bevolking. De politiek echter heeft een kort geheugen. Zéér kort : nog in de tweede golf worden al besparingen in de WZC aangekondigd !
Verpleegkundigen zijn tijdens de vorige legislatuur niet verwend. Ondanks precieze studies van het KCE over de nodige bezetting blijft de werkdruk stijgen. De afgestudeerden van de beroepsopleiding (HBO5/gebrevetteerde) hebben nog steeds geen eigen praktijkgerichte plaats in de wetgeving. Premies voor verpleegkundigen die zich gespecialiseerd hebben, zijn afgeschaft. Vlaanderen, dat altijd geweigerd heeft de opleidingen daarvoor te financieren, doekt ze nu deels op. Door een nieuw verloningssysteem verdienen gespecialiseerde verpleegkundigen na vijf jaar hogeschoolopleiding nu in de ziekenhuizen evenveel als wie uit een beroepsopleiding van drie jaar komt. Een bewijs van syndicale solidariteit, dat zeker, maar niet precies een motivering voor jonge mensen die zich verder willen bekwamen in hun beroep. (Waren het niet de gespecialiseerde verpleegkundigen van intensieve zorgen die met hun artsen aan de spits stonden om het leven van de patiënten te redden ?).
Ondanks alle aandoenlijke verklaringen over de attractiviteit van het beroep wordt de grootste groep werkers in de gezondheidszorg – er zijn in België zo’n 140.000 verpleegkundigen actief – amper gehoord tussen de managers en artsen. Traditioneel zijn verpleegkundigen praktische mensen die zich liever dagelijks inzetten voor hun patiënten dan in pers en politiek te ageren voor de eigen belangen. Tot de emmer overloopt en beleidmakers ostentatief de rug toegekeerd krijgen.
Nursing : what it is and what it needs (naar F. Nightingale)
Een goede verloning is niet het enige dat nodig is om de toestand van de zorgverleners te verbeteren. Zij willen tijd om hun patiënten/residenten menselijk te verzorgen.
Verpleegkunde is méér dan het bepalen van zorgnood, het opmaken van zorgplanning en het verantwoord uitvoeren van technieken. Het is een holistische benadering met inzet en empathie voor de zorgvrager, ook al is de ‘roeping’ lange tijd weggezet als oubollig en weinig professioneel. Werklozen staan niet massaal te dringen om als eerste bij een zeer besmettelijke zieke te staan. Wie verpleegkunde enkel kiest om zeker te zijn van een job, gaat bij de eerstvolgende epidemie lopen. Verpleegkunde is geen pasmunt op de arbeidsmarkt maar een positieve keuze voor zorg van de medemens. De instroom van veel jonge mensen in het begin van dit schooljaar is daarvoor het bewijs.
Geld mag niet de enige reden zijn om dit beroep te kiezen. Jonge mensen en zij-instromers die kiezen voor dit beroep moeten wel correcte voorwaarden krijgen en zeker zijn dat hun beroep niet uitgehold wordt.
Verpleegkundigen moeten hun onderlinge verdeeldheid en hun detaillisme overstijgen. Het verpleegkundig onderwijs moet blijven aansluiten bij de kernwaarden van het beroep. Niet alle verpleegkundigen zijn heilig. Maar zoals in veel beroepen zet de grote meerderheid zich in met engagement en betrokkenheid. Ook zonder COVID stond dit land voor ernstige bezuinigingen. In alle objectiviteit moet vastgesteld worden dat er sectoren en beroepen zijn in de gezondheidszorg waar (veel) meer kan bespaard worden. Verstandige besparingen houden rekening met sectoren die een inhaalbeweging nodig hebben die ze in de ergste maatschappelijke omstandigheden verdiend hebben.
De uitdieping en specialisaties moeten gewaarborgd blijven. De politieke erkenning moet zich waarmaken in bezettingsnormen en voldoende middelen voor ondersteuning en logistieke hulp. Daardoor moet tijd vrijkomen voor de echte zorg.
Als grootste groep in de gezondheidszorg moeten verpleegkundigen structureel en permanent gehoord worden bij de politieke beleidsvorming, op alle niveaus van dit ingewikkeld land. Delegatie van verpleegkundige zorgen moet gebeuren met directe inspraak van de verpleegkundigen en niet in politiek overleg buiten hen om.
Als verpleegkundigen nodig blijven, moeten beleidsverantwoordelijken aan de verpleegkunde het respect geven dat ze nodig heeft. Dat geeft aan de maatschappij de kwaliteit van zorg die ze verdient.