Hervorming van het verpleegkundig beroep – redenen waarom de verpleegkundigen een beroep instellen bij het Grondwettelijk Hof.
Brussel, 22 januari 2024 – De Algemene Unie der Verpleegkundigen van België (AUVB) stelt een beroep in tot nietigverklaring van een deel van de wet van 28 juni 2023 tot wijziging van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015.
Op 14 juli 2023 werd de wet van 28 juni 2023 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad (B.S.). Deze wet beoogt de functie van basisverpleegkundige (BV) in de zorgladder op te nemen tussen de zorgkundige en de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg (VVAZ).
Ondertussen werden verschillende koninklijke besluiten en wetsontwerpen voorgesteld om de hervorming van het verpleegkundig beroep in de zin van deze publicatie verder uit te bouwen.
Na het lezen van de wet en de nieuwe wetteksten, die geen antwoord bieden op de bekommernissen van de AUVB, zien we ons genoodzaakt gerechtelijke stappen te ondernemen. De regering moet de wet verduidelijken. De AUVB is pro de functie van basisverpleegkundige maar vraagt om in het noodzakelijke veiligheidskader te voorzien. Dit veiligheidskader vereist een verduidelijking van de termen die vooralsnog te vaag blijven.
De AUVB is een overkoepelende vereniging die de Nederlands-, Frans- en Duitstalige beroepsorganisaties van het verpleegkundig beroep vertegenwoordigt. Binnen die koepel zijn er af en toe uiteenlopende meningen al naargelang de realiteit op het terrein, verschillende manieren van werken en organiseren en uiteenlopende culturen. Maar ondanks deze verschillen hebben we een gemeenschappelijk doel dat ons verenigt, namelijk de kwaliteit van de verpleegkundige zorg en de veiligheid van patiënten en verpleegkundigen.
Dat de AUVB nu een beroep instelt tegen de wet van 28 juni 2023 tot wijziging van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen (gecoördineerde wet van 10 mei 2015 (WUG)), is precies uit bezorgdheid over de kwaliteit van de zorg en de veiligheid van patiënten en verpleegkundigen. We vinden dat de wetgeving voor interpretatie vatbaar is en de ‘memorie van toelichting’ heeft, niettegenstaande alle goede bedoelingen, geen kracht van wet. Dit creëert onzekerheid over de verantwoordelijkheden en beperkingen voor de verpleegkundigen.
Met deze rechtszaak willen we de regering aanmoedigen de termen in de wet te verduidelijken die vatbaar zijn voor interpretatie. We dringen aan op een verduidelijking van deze termen omdat ze het kader waarin de zorg wordt verleend, de kwaliteit van de zorg en de verantwoordelijkheden van de verpleegkundigen ten overstaan van de zorgontvangers beïnvloeden.
Het kind hoeft echter niet met het badwater weggegooid te worden. Tot op heden heeft het kabinet Vandenbroucke een ambitieuze hervorming van het verpleegkundig beroep doorgevoerd. We steunen het merendeel van de punten in deze hervorming. Echter, wanneer het project zo groot is, worden elementen die een groot verschil maken, soms over het hoofd gezien. We hebben het kabinet meermaals op deze problemen gewezen, maar er werd nooit echt naar ons geluisterd. Daarom hebben we nu geen andere optie dan de regering hiermee te confronteren via een beroep bij het Grondwettelijk Hof.
Om duidelijk te zijn: De AUVB stelt een beroep in tot nietigverklaring van de artikelen 2 en 3, eerste zin en 7° van de wet van 28 juni 2023 tot wijziging van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, teneinde de huidige titel van verpleegkundige aan Richtlijn 2005/36/EG te verduidelijken en de basisverpleegkundige en de klinisch verpleegkundig onderzoeker hierin op te nemen. B.S. 14 juli 2023
Wat ons ertoe bewoog dit beroep in te stellen, was enerzijds de toelating van basisverpleegkundigen om het verpleegkundig beroep uit te oefenen, hoewel de opleidingsvoorwaarden (3 800 uur) niet in overeenstemming zijn met Richtlijn EG/2005/36. Volgens deze wetgeving kan de uitoefening van het verpleegkundig beroep namelijk alleen worden voorbehouden aan houders van een titel die voldoet aan de voorziene opleidingsvoorwaarden. De opleiding ‘basisverpleegkundige’ is niet conform de Europese richtlijn om het verpleegkundig beroep te mogen uitoefenen. Bovendien wordt het rechtszekerheidsbeginsel – iedereen moet kunnen uitmaken of hij/zij al dan niet strafbare handelingen stelt – met de voeten getreden omdat de terminologie vatbaar is voor interpretatie, met termen als ‘complexer’, ‘minder complex’, ‘autonoom’ enz. En daarenboven leidt deze onduidelijkheid tot ongelijkheid, omdat de basisverpleegkundigen niet met zekerheid weten wat ze al dan niet mogen doen. Hierdoor kennen ze ook niet de grenzen van hun burgerlijke of strafrechtelijke aansprakelijkheid.
De opleiding tot basisverpleegkundige/assistant en soins infirmiers is nog niet van start gegaan in de Federatie Wallonië-Brussel en in de Duitstalige Gemeenschap. De nietigverklaring van de eerder genoemde artikelen kan echter gevolgen hebben voor de toekomst van studenten basisverpleegkundige in Vlaanderen, die wel al opgestart zijn. Een snelle reactie van de regering kan deze situatie voor de basisverpleegkundigen oplossen. Het is noodzakelijk duidelijke en onderscheidende opleidings- EN praktijkvoorwaarden te definiëren voor de BV, om een einde te maken aan de interpreteerbaarheid van de termen (‘complexer’, ‘minder complex’, ‘autonoom’, enz.). Dit kan door een advies te vragen aan de Federale Raad voor de Verpleegkunde – en dit advies ook daadwerkelijk te volgen – over de praktijk van de basisverpleegkundigen en de termen die vatbaar zijn voor interpretatie.
Conclusie
De AUVB heeft een beroep ingesteld bij het Grondwettelijk Hof tegen de wet van 28 juni 2023 tot wijziging van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015 (WUG) om de regering ertoe aan te zetten in het nodige veiligheidskader te voorzien voor de kwaliteit van de verpleegkundige zorg. We hopen dat de regering een beroep zal doen op de officiële adviesorganen en dit advies ook daadwerkelijk zal opvolgen om deze situatie op te lossen.
We hopen hiermee dat deze waarschuwingssignalen in overweging worden genomen om een aantrekkelijke en veilige toekomst voor het beroep en de kwaliteit van de patiëntenzorg te garanderen.